Begeleiding van zij-instromers in het mbo kan veel beter

Beginnende docenten ervaren een hoge werkdruk tijdens hun eerste werkjaren. Een derde van het totaal aantal zij-instromers vertrekt om die reden weer uit het onderwijs. Onderwijskundig adviseur Michel Jehee pleit in zijn proefschrift voor een ‘gecombineerde werk- en opleidingsfase.’ Dat meldt MBO Today. 

Vanuit de beroepspraktijk komen zij-instromers het onderwijs binnen. Ze volgen de eerste twee jaren van hun aanstelling een opleidingstraject om een Pedagogisch-Didactisch Getuigschrift (PDG) te halen. Alleen valt de combinatie van werken en leren veel zij-instromers zwaar.

Zij-instromers 

Zij-instromers hebben vaak geen ervaring met lesgeven, en ook dat breekt ze op. “Ze hebben vaak nog weinig hulpmiddelen. De combinatie van werken en leren levert daarom al veel stress op.” Jehee volgde voor zijn onderzoek twee jaar lang twaalf zij-instromers. Daarnaast sprak hij nog met directeuren en teamleiders.

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat zij-instromers vaak geen nee durven zeggen. “In het eerste jaar zijn ze vooral ook bezig om goodwill te verkrijgen van hun werkgever.” De ondersteuning die de zij-instromers krijgen kan echter wel beter. De zij-instromers krijgen vanaf het begin wel heel veel informatie, maar toch blijven ze zoeken naar het hoe en wat.

Leren op de werkplek 

Jehee adviseert mbo-scholen om bij de werving te gaan voor kandidaten die al ervaring hebben met het geven van begeleiding. Jehee wijst daarbij ook op het belang van leren op de werkplek. “Werkplekleren is een effectieve manier om jezelf te ontwikkelen. Dat werkt beter dan een formele opleiding.” In de begeleiding kan de nadruk dan komen te liggen op hoe je moet reflecteren en op intervisie met collega’s.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk