Normal_rss_entry-285605

Leerkrachten in het basisonderwijs zijn blij met de miljarden euro's die het kabinet in scholen wil investeren om onderwijsachterstanden weg te werken, maar de meerderheid van hen vreest dat er te weinig leraren zijn om alle extra taken uit te voeren. Die conclusie trekt de Algemene Onderwijsbond (AOb) uit een eigen enquête onder zo'n 700 leraren, ondersteuners en directieleden.

Van de respondenten geeft 60 procent aan dat "het wegwerken van de achterstanden gehinderd wordt door een gebrek aan leraren". Dat tekort zal door het Nationaal Programma Onderwijs niet worden weggewerkt, denkt 80 procent.

Hoewel de onderwijssector als geheel 8,5 miljard euro krijgt om de achterstanden die in coronatijd zijn ontstaan aan te pakken, ontbreekt het volgens de AOb aan structurele financiering. "Het geld stopt na 2,5 jaar", duidt de bond. Daarom zullen de 'salariskloof' met het middelbaar onderwijs, de hoge werkdruk en het grote lerarentekort op lange termijn niet worden oplost door de investering, vrezen de leraren.

Extra lesmateriaal

Wel kunnen scholen tijdens de looptijd extra lesmaterialen kopen of personeel inhuren. Ook meer sport- en cultuureducatie of het opzetten van zomerscholen behoren tot de mogelijkheden. Per basisschoolleerling is zo'n 700 euro beschikbaar.

Het is de bedoeling dat het personeel mag meebeslissen over hoe het geld wordt geïnvesteerd. Een kleine meerderheid (58 procent) zegt dat dit inderdaad gebeurt op hun school, maar lang niet alle leraren mogen dus meepraten. "De directie heeft al een plaatje in het hoofd. Leraren hebben wel wat te zeggen, maar de directie neemt lang niet alles mee", aldus een van de ondervraagden.

Volgens de AOb gebruikt een klein deel van de schoolbesturen het extra geld ook voor andere doeleinden dan de scholen zelf. Een op de tien respondenten zegt dat hun schoolbestuur het geld "afroomt" voordat het naar de scholen gaat. Dat noemt de bond "ronduit verontrustend".

Door: ANP