Normal_bord__krijt__onderwijs__schoolbord__krijtjes

Het vernieuwde toezicht kan op veel draagvlak in het onderwijsveld rekenen. Dit schooljaar heeft de inspectie verdere praktijkervaring opgedaan met het nieuwe onderzoekskader. Daarbij is ook aan de betrokken onderwijsbesturen en scholen gevraagd hoe zij de nieuwe werkwijze en de nieuwe normen ervaren. Verreweg de meesten vinden het een verbetering. Wel voelt het voor velen nog wel erg nieuw en anders. Dat staat in de evaluatie die de Inspectie van het Onderwijs in opdracht van de Tweede Kamer heeft opgesteld. Dat meldt de Inspectie van het Onderwijs.

Uit de evaluatie blijkt onder meer dat heldere communicatie nodig blijft rond wat besturen en scholen kunnen verwachten van het toezicht, en wat het toezicht van henzelf verwacht. Het toezicht zoals dat vanaf 1 augustus 2017 formeel wordt uitgevoerd, gaat namelijk meer uit van de eigen verantwoordelijkheid van schoolbesturen voor de kwaliteit van hun scholen en opleidingen. Ook vragen de inspecteurs meer naar de eigen ambities van besturen en scholen of opleidingen: wat gaat er goed, en wat kan er nog beter vanuit hun eigen opvattingen en nagestreefde doelen?

De kern van het vernieuwde toezicht bestaat uit vier onderdelen.

  • Basiskwaliteit waarborgen: net zoals in de oude situatie blijft de inspectie erop toezien dat het onderwijs ten minste een basiskwaliteit heeft.
  • Stimuleren tot beter: met het onderwijstoezicht wil de inspectie bovendien actief bijdragen aan een verbetercultuur binnen besturen en scholen/opleidingen, en hen stimuleren de onderwijskwaliteit op een hoger plan te brengen.
  • Eenduidig toezicht en op maat. Het toezicht sluit zoveel mogelijk aan op de eigen ambities van het bestuur en de scholen of opleidingen.
  • Aansluiten bij de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Het bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de continuïteit van het onderwijs. Daarom komen bestuur en de aangesloten scholen of opleidingen samen in beeld.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids