"De discipline van de Nederlandse leerling is erbarmelijk", luidt de eerste regel van het artikel dat ik ’s ochtends vroeg lees. Het gaat over de werkomstandigheden waar docenten in ons land mee te maken hebben. De kop van het stuk generaliseert in één klap alle Nederlandse scholen, de leerlingen en het onderwijzend personeel. Er heerst namelijk "onrust, wanorde en lawaai" in de klaslokalen. Dat zou volgens diverse media blijken uit een onderzoek van het onderzoeksorgaan OESO. 

Goedemorgen beste docent, lekker wakker worden zo hè? Ga je er weer lekker een bende van maken deze week? Laat je maar weer de leerlingen het heft in handen nemen? Lekker makkelijk, toch? Beetje papieren vliegtuigjes vangen en zinloos door de joelende menigte heen proberen te schreeuwen. Je zou er haast cynisch van worden… Nou snap ik dat een krant moet prikkelen en de lezer moet overhalen om het artikel in z'n volledigheid te lezen, maar deze erbarmelijke situatieschets klinkt mij lichtelijk in de oren als stemmingmakerij. Eerder toonde het FD namelijk aan dat Nederland inderdaad niet best scoort op de lijst, maar niet als slechtste uit de bus komt (saillant detail: onderwijstopland Finland staat zelfs nog een plaats onder Nederland!).
 
Okee, een uitdagende kop boven een spreadpagina in de krant is dus gewenst. Maar wanneer we na het bagatelliseren van een gehele beroepsgroep én haar leerlingen openstaan voor enige duiding ter verdieping van het onderwerp, komen we er al snel achter dat het weinig zin heeft om deze negatieve insteek uit te vergroten of verder toe te lichten. Het onderwijs als overkoepelende term is namelijk niet gebaat bij negativisme dat ‘out of the blue’ als waarheid kan worden aangenomen door een onderzoek dat niet geheel objectief kan zijn. Of deze krantenkoppen nou juist zijn of niet, het draagt in elk geval niet bij aan verbetering van de besproken punten in het onderzoek, laat staan aan het creëren van een positieve sfeer rondom het onderwijs. Wellicht kan het bij het grote publiek zelfs bevestigend werken. Zo’n groot onderzoek zal toch immers wel valide zijn en de waarheid spreken? 
 
Dat het onderwijs zoekende is met het oog op de nabije toekomst, is zeker waarheid. Maar wat hierbij nodig is, is vooral een optimistische benadering. Het heeft geen nut om bij de pakken neer te zitten, ondanks een confronterend onderzoek. Leraren zijn namelijk net mensen die, net als hun leerlingen, het best gedijen onder positieve omstandigheden. Het is dan ook zaak om de vicieuze cirkel der negativiteit proberen te doorbreken wanneer het even tegenzit. Optimisme, aandacht, doorzettingsvermogen en het bieden van kleine gebaren op het gebied van inzetten op wederzijds respect, zorgen voor een ongeschreven wet waarvan geldt dat je van leerlingen op den duur terugkrijgt wat jij als docent geeft. Eis is wel dat je blijft investeren in deze relatie, juist in de belangrijke eerste weken tussen zomer- en herfstvakantie. Het zijn de kleine trucjes die effectief werken én tevens geen geld kosten.
 
Kortom, er wordt hard gewerkt in het onderwijs en men heeft oprecht het beste voor met elke leerling. Daarnaast gaat er ook juist veel goed. Hopelijk komt dit naar voren in een volgend, aanvullend artikel. De impact van een krant en de media in het algemeen is namelijk groot. Het kan zomaar meehelpen om de negatieve spiraal met betrekking tot de vooroordelen te doorbreken en mensen net dat zetje als blijk van waardering mee te geven, om bijvoorbeeld geen afhaker te worden. Want dat is, naast de negatieve aandacht, wel het laatste waar het onderwijs op zit te wachten.
 
© Nationale Onderwijsgids / Pascal Cuijpers