Normal_mbo_leerbedrijf_techniek

HEERLEN - Werknemers met een vmbo- en mbo-vooropleiding nemen nauwelijks deel aan cursussen en trainingen. Zij zijn ook onvoldoende toegerust om informeel te leren, bijvoorbeeld via netwerken. Dat is niet goed voor hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. 

Dat blijkt uit het onderzoek 'Informeel leren in Nederland. Deelname en kenmerken van mensen met een vmbo- en mbo-vooropleiding', dat de Open Universiteit heeft uitgevoerd op verzoek van de Onderwijsraad. De onderzoekers doen aanbevelingen om de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt van deze groep te verhogen.

Het onderzoek stelde vast dat informeel leren erg belangrijk is voor de inzetbaarheid van werknemers. Ook zelfsturing, dus het vermogen om zelf initiatieven te nemen (proactiviteit) leidt tot een grotere inzetbaarheid.

Vmbo'ers zijn echter minder goed in staat om proactief te zijn op de werkplek. Bovendien zijn ze minder sociaal vaardig in hun contacten met collega's binnen de eigen organisatie en ook niet bedreven in het benutten van netwerken buiten de organisatie. Ze kunnen dus minder goed informeel leren.

Mbo'ers zijn iets beter op het vlak van zelfsturing, maar zij zijn ook onvoldoende bedreven in het benutten van netwerken buiten de organisatie als bron voor hun werkplekleren.

Daarnaast blijken de vmbo'ers en mbo'ers ook nog eens zeer weinig deel te nemen aan cursussen of trainingen. Dit alles vormt een groot risico voor hun inzetbaarheid.

Toch zijn met name vmbo'ers bovengemiddeld gemotiveerd om aan hun loopbaan te werken.

© Nationale Onderwijsgids / Arend Jan Wonink