Normal_werk_werkzoekende_werkloos_arbeidsmarkt_solliciteren_vacatures

De werkloosheid onder pas afgestudeerde wo’ers daalde de afgelopen jaren van 10 procent naar 7 procent. Hiermee is een einde gekomen aan een periode van oplopende werkloosheid onder universitair afgestudeerden. De periode tussen afstuderen en het vinden van een eerste baan is relatief kort: gemiddeld drie maanden. 40 procent vindt zelfs meteen na het afstuderen een baan. Het aandeel afgestudeerden dat langer dan twaalf maanden nodig heeft om een baan te vinden blijft gelijk (3 procent). Dat blijkt uit de nieuwste arbeidsmarktrapportage van de VSNU, zo meldt de universiteitsvereniging. 

De arbeidsmarktrapportage van de VSNU is grotendeels gebaseerd op de uitkomsten van de Nationale Alumni Enquête. Een tweejaarlijks onderzoek onder recent afgestudeerde universitaire masterstudenten. Uit de cijfers blijkt dat een wo-diploma nog steeds een uitstekende uitgangspositie op de arbeidsmarkt biedt en bovendien een hoge baangarantie geeft. Van de afgestudeerden die anderhalf jaar na afstuderen een betaalde baan vonden van meer dan 12 uur per week, betreft dit voor 69 procent een baan op wo-niveau, 21 procent een baan op hbo-niveau, 2 procent een baan op mbo-niveau en bij 8 procent is dit anders of onbekend. Het gemiddelde fulltime maandsalaris anderhalf jaar na afstuderen bedraagt 2.865,-. euro. Alumni vonden een baan voor gemiddeld 36,9 uur.

Veel wo-afgestudeerden geven aan dat zij door de opleiding een goede basis hebben gekregen voor het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden die nodig zijn op de arbeidsmarkt. Gemiddeld geeft bijna de helft van de respondenten aan (zeer) tevreden te zijn over de basis die de opleiding biedt om te starten op de arbeidsmarkt. Dit percentage loopt echter zeer uiteen als je de verschillende onderwijssectoren vergelijkt: afgestudeerden uit de sectoren Gezondheid, Techniek en Economie zijn op dit punt vaker tevreden dan alumni uit de sectoren Taal & Cultuur en Gedrag & Maatschappij. De tevredenheid met de voorbereiding op de beroepsloopbaan is lager. Deze uitkomsten kunnen volgens de VSNU worden verklaard uit het brede academische karakter van opleidingen, waarbij in veel gevallen niet gericht wordt opgeleid voor één specifiek beroep en er geen stage wordt gelopen.

© Nationale Onderwijsgids