
Dyscalculie is iets wat steeds vaker voorkomt, terwijl dyslexie al lang en breed bekend is. Mbo'ers hebben bijvoorbeeld moeite met de rekentoets vanwege dyscalulie. Wat is precies het verschil tussen beide leerstoornissen Is het makkelijk vast te stellen of iemand dyscalculie, dyslexie of beiden heeft? Dat meldt Metro.
Dyscalculie en dyslexie lijken qua naam behoorlijk op elkaar en daarom is het soms ook lastig om beide leerstoornissen van elkaar te onderscheiden.’Dys’ betekent ‘niet’ of ‘moeilijk’ en ‘lexis’ heeft met spellen en lezen te maken. ‘Calculie’ gaat over rekenen. Dyslexie is genetisch bepaald en dyscalculie lijkt minder erfelijk te zijn, maar naar deze stoornis is nog weinig onderzoek gedaan.
Blijven oefenen
Dyslexie en dyscalculie blijf je altijd bij je houden, maar ieder kind gaat weer anders met de leerstoornis om. Kinderen kunnen wel hulp krijgen, want als een kind in groep vijf nog op het niveau van groep vier werkt, kan je eerst de basis versterken voordat het kind verdergaat met het niveau van de klas, aldus orthopedagoog Maaike Overeem.
Oefenen is bij dyscalculie ontzettend belangrijk, benadrukt Overeem. Een rekenmachine of een tafelkaart helpen daarbij. In de bovenbouw mag je deze hulpmiddelen zelfs gebruiken als je de diagnose dyscalculie hebt. Bij dyslexie kan je teksten voorlezen of een groter lettertype gebruiken.
Dyscalculie
Dyscalculie is veel minder bekend dan dyslexie en ook veel minder mensen schijnen last te hebben van deze leerstoornis. Voor Ernstige Dyslexie (E.D.) is er vanuit de jeugdwet een vergoedingsregeling getroffen. Scholen kunnen dit aanvragen en er is een protocol voor. Voor dyscalculie bestaat zo’n vergoeding nog niet.
Voor dyscalculie is er volgens Overeem wel een protocol, maar geen vergoeding. De Jeugdwet schrijft gemeenten wel voor vergoedingen te geven voor bijvoorbeeld anorexia en gedragsstoornissen, maar voor dyscalculie is dat nog niet. De school of de ouders moeten de gemaakte kosten vaak uit eigen zak betalen.
Dyslexie wordt sneller ontdekt
Dyslexie wordt volgens Overeem sneller ontdekt dan dyscalculie. Spelling, lezen en schrijven komen in elk vak terug. Rekenen ziet men als een vak apart en daarom wordt dyscalculie pas in de bovenbouw van de middelbare school opgemerkt.
Beide leerstoornissen zijn even problematisch, maar mensen met dyslexie krijgen wel meer aandacht en ondersteuning. Met dyscalculie is volgens Overeem ook makkelijker te leven, omdat een rekenmachine goed helpt ter ondersteuning.
Bij kinderen met dyscalculie blijven de tafels niet hangen, ook al oefen je urenlang. Veel kinderen raken geïrriteerd omdat het niet lukt om sommen onder de twintig makkelijk uit te rekenen.
Diagnose stellen
Hoe vroeg kan je precies een diagnose van dyscalculie stellen? Volgens Overeem is dat niet zo makkelijk. Scholen moeten een kind intensieve begeleiding geven als hij of zij het lastig geeft. Pas als een kind drie keer slecht scoort op lezen, kan er sprake zijn van ernstige dyslexie. Meestal wordt dit pas eind groep vier vastgesteld. Kinderen hebben dan genoeg lees- en spellingsonderwijs gehad om dit vast te stellen. Halverwege groep vijf wordt vaak dyslexie vastgesteld.
De school moet volgens Overeem kunnen aantonen dat er begeleiding is geweest, dat ze een duidelijk behandelplan hebben en dat er voldoende tijd is om te oefenen per jaar. Zijn er dan alsnog problemen, dan komt een orthopedagoog kijken of het gaat om een hardnekkige leerstoornis.
Pas rond groep zes wordt de diagnose dyscalculie gegeven. De school moet dan ook laten zien dat er een intensieve begeleiding is geweest. Daarnaast wordt gekeken of het aan gebrekkig onderwijs lag of aan een leerstoornis.
Letters omdraaien
Dyslexie wordt vaak herkend doordat kinderen letters zoals de ‘b’ en de ‘d’ omdraaien. Voor kleuters maakt dit niet zoveel uit, maar als je dit in groep 5 nog steeds doet, kan het wel een probleem zijn. Als kinderen dan nog steeds op het niveau van groep drie lezen en spellen, moet school aan de bel trekken.
Rekenproblemen vallen in de onderbouw al op
In groep 3 en 4 vallen de problemen met cijfers en rekenen vaak al op. Dit kan een teken zijn van dyscalculie. Wanneer kinderen in de bovenbouw nog steeds moeite hebben met het omdraaien van cijfers of het onthouden van de rekenregels, dan is er wel iets aan de hand, aldus Overeem.
Rekentoets mbo
Veel mbo’ers hebben moeite met de rekentoets en daar zou dyscalculie mogelijk de oorzaak van zijn. Volgens Overeem hoeft dat niet. “Ik kan het mij bijna niet voorstellen dat je er op het mbo pas achter komt dat je dyscalculie hebt omdat je de rekentoets maar niet haalt. In groep zeven zou je al moeten vastlopen op rekentoetsen.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk