Normal_binnenhof__den_haag__torentje__ministeries__mauritshuis
De onafhankelijke commissie onder leiding van mr. Tjibbe Joustra concludeert dat ProDemos, het Haagse instituut dat onder meer rondleidingen geeft over het Binnenhof aan scholieren en toeristen, niet optrad tegen ongewenste omgangsvormen. Structurele oorzaken lagen hieraan ten grondslag. Er is te weinig ruimte voor kritiek en tegenspraak en het ontbreekt aan adequaat personeelsbeleid. Aanleiding voor het instellen van de commissie was publiciteit over vermeend grensoverschrijdend gedrag door een leidinggevende van ProDemos. Dit meldt Commissie Onderzoek ProDemos.

De conclusies zijn te vinden in het Rapport Commissie Onderzoek ProDemos dat vandaag is aangeboden aan opdrachtgevers minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voorzitter Arib van de Tweede Kamer. 

Voorzitter Joustra: “ProDemos heeft een voorbeeldfunctie als goed werkgever. De organisatie heeft de opdracht de democratische waarden uit te dragen en werkt met haar rondleidingen op het Binnenhof in het hart van de parlementaire democratie. Dan geldt eens te meer: breng in praktijk wat je preekt. Maar gaandeweg ons onderzoek bleek dat er sprake is van een structureel probleem binnen de organisatie, waardoor ongewenste omgangsvormen ongecorrigeerd blijven.”
 

Onvoldoende actie

ProDemos is de afgelopen jaren sterk gegroeid en de veelal jonge medewerkers zijn loyaal en bevlogen. De professionalisering van de bedrijfsvoering is achtergebleven; er is sprake van achterstallig onderhoud op essentiële onderdelen in de organisatie, zoals personeelsbeleid en het beleid rond integriteit. 
 
Dat heeft er mede toe geleid dat bij onderdelen van de organisatie een cultuur is ontstaan met hard en intolerant gedrag, onder andere in relatie tot religie en seksuele voorkeur. Signalen over een leidinggevende zijn al vanaf 2015 zichtbaar en hebben niet of onvoldoende tot actie geleid bij directie, MT en de rest van de organisatie. Het interne onderzoek dat uiteindelijk in februari 2019 is uitgevoerd en leidde tot het vertrek van een leidinggevende, was niet zorgvuldig en onafhankelijke oordeelsvorming ontbrak. Het mag niet als een onderzoek worden bestempeld, vindt de commissie.
 
De commissie concludeert verder dat de raad van toezicht onvoldoende op de hoogte was van de klachten over ongewenste omgangsvormen en weinig kritisch op de aanpak van het interne onderzoek. 
 

Aanbevelingen

 
De commissie sluit het onderzoek af met een aantal aanbevelingen aan de raad van toezicht. Zo beveelt de commissie aan te zorgen dat het personeelsbeleid, ook op het gebied van integriteit, op orde komt en te investeren in de uitvoering ervan. 
 
Door: Nationale Onderwijsgids