Normal_slob__onderwijs__minister

Onderwijsminister Arie Slob laat weten dat de Autoriteit Persoonsgegevens of de rechter eventueel een oordeel moet geven over het schenden van de privacy van leraren. Volgens hem ligt deze taak niet bij de overheid. Dit zegt Slob in antwoord op Kamervragen over het plaatsen van foto’s en filmpjes online. Dit melden VOS/ABB en de Tweede Kamer.

Diverse leraren zijn onlangs in negatief daglicht gezet doordat leerlingen foto’s en filmpjes van hen gemaakt hadden in school en dit op internet gezet hadden zonder hiervoor toestemming te vragen. Als reactie hierop stelden Tweede Kamerleden Rudmer Heerema en Tobias van Gent van de VVD Kamervragen aan minister Slob en Sander Dekker. 
 
Alleen bij wijze van uitzondering kan een school, leraar of leerling zelf aangifte doen, een procedure starten bij de rechter of een klacht indienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens. In principe ligt het niet bij de minister om hierover een oordeel te vellen, stelt Slob. “Voor rechtmatige verwerking van persoonsgegevens is een grondslag vereist. Eén van de zes grondslagen is het geven van toestemming. Het is niet aan mij om te beoordelen of een gegevensverwerking in een bepaalde situatie rechtmatig is. Dit is aan de Autoriteit Persoonsgegevens of de rechter.”
 
Volgens hem is het van belang dat een school zelf regels opstelt over het telefoongebruik op school. Hij geeft aan dit niet een taak voor de minister te vinden. Slob zal scholen wel ondersteuning bieden bij het opstellen van de regels wat betreft het telefoongebruik en eventuele bestraffing daarvan. 
 
Door Nationale Onderwijsgids