Normal_examen__rekenen__rekentoets__leerlingen__eindexamen

In het huidige systeem is de deugdelijkheid van de schoolexaminering in het voortgezet onderwijs onvoldoende gegarandeerd. Dat concludeert de onafhankelijke Commissie Kwaliteit Schoolexaminering in haar rapport 'Een volwaardig schoolexamen'. De commissie heeft geen signalen gekregen van grootschalige onregelmatigheden op andere scholen, maar stelt dat áls er onregelmatigheden zijn, het huidige systeem van kwaliteitsborging ze onvoldoende aan het licht brengt en corrigeert. Dit meldt de VO-raad.

De commissie, ingesteld naar aanleiding van het examendebacle bij VMBO Maastricht, heeft diverse kwetsbaarheden geconstateerd in de kwaliteitsborging van de schoolexamens. Mede door de sterke overheidssturing op de resultaten van het centraal examen, is het schoolexamen een ondergeschoven kindje geworden. De kwaliteitsborging is te veel een administratief proces waarbij de aandacht vooral uitgaat naar het tijdig versturen van documenten naar de Onderwijsinspectie en de verkleining van het verschil in cijfers behaald op het schoolexamen en centraal eindexamen. Ook beschikken docenten en examensecretarissen niet vanzelfsprekend over de benodigde toetsdeskundigheid. De commissie stelt vast dat als er dingen misgaan, directeuren, schoolbesturen én inspectie te weinig corrigeren. De commissie doet vier aanbevelingen voor een betere kwaliteitsborging.
 
Aanbeveling 1: Waardeer en verbeter de verbinding tussen schoolexamen en onderwijsvisie
Scholen kunnen het schoolexamen meer in lijn met de eigen onderwijsvisie inrichten. Om dit te stimuleren, moet de VO-raad ze beter informeren over wat in dat examen moet, mag en kan. De inspectie wordt geadviseerd meer aandacht te hebben voor de bijzondere rol van het schoolexamen als onderdeel van het eindexamen, evenals voor de invulling daarvan.
 
Aanbeveling 2: Bewaak het afsluitende karakter van het schoolexamen
Het schoolexamen moet een afsluitende toetsing zijn – bij voorkeur in het laatste jaar – en geen verzameling tussentoetsen. De commissie beveelt bovendien leraren, vaksecties en schoolleiders aan terughoudender te zijn met het aantal toetsen in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). Dit PTA – waarin is vastgelegd wat er in het schoolexamen wordt getoetst, hoe en wanneer – moet helderder worden voor leerlingen en ouders.
 
Aanbeveling 3: Neem de examencommissies op in het Eindexamenbesluit VO
Ook in het voortgezet onderwijs moeten er examencommissies komen. Om ze een sterke positie te geven, moet hun functioneren een voorwaarde zijn voor het handhaven van de examenlicentie van de school. De commissie adviseert om een omschrijving van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de examencommissie wettelijk vast te leggen, in het Examenbesluit VO.
 
Aanbeveling 4: Zorg voor meer deskundigheid bij leraren en schoolleiding
Leraren en schoolleiding moeten hun deskundigheid op het gebied van toetsen vergroten. Elke vaksectie zou een examenexpert moeten hebben. Schoolleiders en bestuurders kunnen beter toezien op de samenhang tussen vakken in de examenprogramma’s. Ook kunnen scholen bestaande instrumenten voor kwaliteitsbewaking, bijvoorbeeld van de VO-raad, beter benutten.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids