Normal_course-740671_960_720

80 procent van de uitzendkrachten zegt geen opleiding te volgen, maar 60 procent zegt dat wel te willen en 30 procent wil dit misschien. 64 procent zegt dat ze een opleiding zouden volgen als ze daar financieel bij geholpen zouden worden en een groot percentage zegt begeleiding en stimulans nodig te hebben. 62 procent zegt dat het gebrek aan geld echt een belemmering is, tijdsinvestering is veel minder een belemmering. Dat meldt STOOF.

In opdracht van STOOF (Stichting Opleiding & Ontwikkeling Flexbranche) onderzocht Panteia in 2014 onder een groep van 622 uitzendkrachten wat de reden is waarom zij wel of geen opleiding volgen. STOOF heeft dit onderzoek nu specifiek uitgevoerd onder laaggeschoolde uitzendkrachten die laaggeschoold werk doen.

De ondervraagde uitzendkrachten werken voornamelijk in de productie en in de logistiek en 75 procent zegt door de uitzendformule meer kans op werk te hebben. 90 procent zegt veel te leren in de praktijk en 47 procent denkt daardoor ook meer kans te hebben op werk. 62 procent denkt door het volgens van een cursus of training nog meer kans te hebben op een baan. 42 procent denkt dat meer beroeps- en functiegerichte scholing nodig is om aan het werk te blijven. 60 procent denkt dat ze door scholing meer kans op werk hebben.

Stichting Opleiding & Ontwikkeling Flexbranche (STOOF) is het scholingsfonds voor de flexbranche. STOOF stimuleert, initieert en financiert opleidingen voor flexibele en vaste medewerkers binnen de flexbranche en wordt paritair bestuurd door: ABU, NBBU, CNV Vakmensen, FNV, LBV en De Unie. Er was een respons van 297 uitzendkrachten. Deze uitzendkrachten zijn laagopgeleid en doen laaggeschoold werk. 80 procent van de ondervraagden werkt langer dan 3 maanden voor de uitzendorganisatie en voornamelijk voor een uitzendvestiging die gevestigd is in het bedrijf.

© Nationale Onderwijsgids