Met het oplopende tekort aan hbo-verpleegkundigen dreigt de werkdruk voor hoogopgeleid personeel in deze beroepsgroep toe te nemen. De roep om meer nieuwe studenten op de hbo-opleidingen wordt steeds groter, zeker omdat er binnen nu en tien jaar een grote groep verpleegkundigen met pensioen gaat. Brancheorganisatie Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) is er veel aan gelegen om aanstaande studenten naar de hbo-opleidingen te trekken en het imago van het beroep te verbeteren. Woordvoerder Francis Bolle: “Ik kan niet uitsluiten dat patiënten iets gaan merken van het tekort aan hoogopgeleid personeel.”
Op 15 maart 2016 trok V&VN nog maar eens aan de bel. Met een bericht op de eigen website deelde de beroepsvereniging mee dat er een “zorgwekkend” tekort is aan verpleegkundigen, bijvoorbeeld in de wijkverpleging en ziekenhuizen. In de wijkverpleging is er op dit moment al een tekort aan 350 hooggeschoolde werknemers en dit tekort zal in 2016 nog oplopen tot ongeveer duizend verpleegkundigen. “We willen de betrokken partijen wakker schudden”, legt Francis Bolle van V&VN uit. Het tekort aan verpleegkundigen speelt al tientallen jaren, maar omdat de zorgvraag steeds complexer wordt, is er op dit moment meer behoefte aan een hoger deskundigheidsniveau. “Sinds de decentralisatie in 2015 is het takenpakket van de wijkverpleegkundige enorm verschoven. Het personeel mag ook indicaties gaan stellen en krijgt er taken als preventiesignalering bij. Het vak is weer teruggegaan zoals het in de breedte hoort te zijn. Het indiceren is echter alleen voorbehouden aan hbo-verpleegkundigen. Deze ontwikkelingen dragen eraan bij dat het tekort aan hbo-verpleegkundigen heel zichtbaar en voelbaar is.”
Gevolgen voor de patiënt
Momenteel zijn er alleen cijfers bekend over het tekort in de wijkverpleging, maar volgens V&VN is er bijvoorbeeld ook in ziekenhuizen veel vraag naar hbo-afgestudeerden. Bolle zegt niet uit te sluiten dat patiënten iets van het tekort aan hoogopgeleid personeel gaan merken. “Ik hoor berichten uit behoorlijk veel wijkteams waar nog maar één hbo’er werkzaam is, die alle intakes en herindicaties zou moeten uitvoeren. Er kan daardoor onder de betrokken patiënten een wachtlijst ontstaan. Je wilt daarnaast dat de wijkverpleegkundige niet alleen bezig is het met índiceren van zorg, maar eveneens met het léveren van zorg. Gevolg kan anders zijn dat ze minder in beeld is bij de patiënten die ook zorg van haar moeten krijgen.”
Het probleem zit vooral bij de instroom van nieuwe hooggeschoolde werknemers, maar de uitstroom van het huidige personeel geldt eveneens als aandachtspunt. Volgens de woordvoerder zijn er verpleegkundigen die overwegen het vak te verlaten vanwege de hoge werkdruk die ontstaat door het tekort. “Daar moeten we ook oog voor hebben”, zegt ze. Een bijkomend probleem is dat veel van de huidige verpleegkundigen tussen de veertig en zestig jaar oud zijn. Zij gaan dus binnen afzienbare tijd met pensioen. “Verpleegkunde is een lichamelijk zwaar beroep, dus de vraag is of deze werknemers het nog lang volhouden. Je hebt een mix van jong en oud nodig die elkaar kan afwisselen in taken en competenties. Ook dit is een punt van aandacht.”
Imagoprobleem
Bolle was zelf jaren werkzaam als verpleegkundige. Nu probeert ze onder andere als lobbyist de belangen van V&VN in de Tweede Kamer te behartigen. Ze denkt dat het vak van de verpleging te kampen heeft met een imagoprobleem. “Dit beroep heeft soms een lage waardering ten opzichte van andere beroepen. Dat maakt wel eens dat mensen eerder voor bijvoorbeeld ict kiezen. Er blijven soms hele oude beelden hangen bij mensen die denken aan een beroep in de zorg. Alsof je de hele dag alleen maar mensen staat de wassen onder de douche. Het is zoveel meer dan dat. Komt men met de verpleging in aanraking, dan ontstaat er opeens een heel ander beeld van de zorg. Dan ziet men hoe veelzijdig het is en hoeveel kanten je ermee op kunt.”
Dat het vak van de verpleging niet populair zou zijn, zou onder andere komen door de vele administratieve handelingen die moeten worden verricht, waardoor er nauwelijks tijd overblijft voor de patiënt. Volgens Bolle kunnen er veel administratieve handelingen worden geschrapt. Het manifest ‘Het Roer Gaat Om’, die de regeldruk in de huisartsenzorg moet verminderen, wordt nu verbreed naar de gehele eerste lijn. Minister Schippers van Volksgezondheid schreef op 6 april 2016 in een Kamerbrief dat er wordt gezocht naar oplossingen voor knelpunten die zorgaanbieders aandragen en dat de eerste resultaten in dit voorjaar worden verwacht.
Numerus fixus
Om het tekort aan verpleegkundigen te verminderen, is het van belang dat studenten zich massaal aanmelden bij de hbo-instellingen. Gek genoeg kennen veel hbo-v-opleidingen een numerus fixus. Dit komt door een groot tekort aan stageplaatsen. Bolle: “Hogescholen hebben een enorm probleem met de stages. Hiermee belanden we in een soort vicieuze cirkel waar we heel moeilijk uitkomen. Hbo’ers kunnen onvoldoende stageplaatsen vinden en dat komt omdat in de instellingen soms onvoldoende mensen zijn die begeleiding kunnen bieden. En dit komt weer omdat de werkdruk zo hoog is vanwege een tekort aan collega’s. Wil je een tekort aan collega’s oplossen, moet je eigenlijk meer mensen naar de opleidingen krijgen. Je zit in een neerwaartse spiraal die heel lastig te doorbreken is.”
Bolle ziet dat regionale initiatieven kunnen bijdragen om de vicieuze cirkel te doorbreken. “In Amsterdam worden de stages bijvoorbeeld centraal geregeld. “Ik denk dat regionale samenwerkingsverbanden kunnen bijdragen aan de oplossing”, zegt ze. Ook de overheid denkt mee aan een oplossing. De overheid heeft het Zorgpact, onder leiding van Doekle Terpstra, ingesteld. Terpstra heeft de opdracht om de kloof tussen de praktijk en het onderwijs te dichten. Het Zorgpact zorgt er volgens Bolle voor dat mensen actief gaan meedenken aan een oplossing.
“Uiteindelijk zullen de hogescholen de deuren weer open moeten zetten om meer studenten toe te laten. En ik denk dat het vak voor de studenten heel aantrekkelijk kan zijn”, laat Bolle weten. “Want wil je baanzekerheid, dan moet je op een hoge deskundigheid in de zorg aan de slag gaan. Ik vind het een prachtig vak en ik spreek uit ervaring. Het kan af en toe zwaar zijn, maar je krijgt er enorm veel waardering van de patiënten voor terug.”
© Nationale Onderwijsgids / Frank Molema