Werkomstandigheden psychologen in opleiding vaak niet op orde

Een aanzienlijk deel van de psychologen in opleiding werkt structureel te veel uren, krijgt onvoldoende begeleiding en voelt zich niet vrij om misstanden aan te kaarten. Dat blijkt uit een gezamenlijke peiling van Pointer (KRO-NCRV) en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) onder 114 psychologen die in opleiding zijn of waren. Dat meldt Pointer. 

Afgestudeerde psychologen kunnen aan de slag als masterpsycholoog, maar om bijvoorbeeld gezondheidspsycholoog of psychotherapeut te worden en BIG-registratie te krijgen, moeten ze eerst nog een extra opleiding volgen. Ze volgen dan een dag in de week onderwijs en werken daarnaast al in de praktijk. Pointer en het NIP vroegen psychologen naar de ervaringen op hun werkplek. De resultaten daarvan zijn vanmiddag om 16:00 uur te zien in de video op het YouTube-kanaal van Pointer

Van de ondervraagde psychologen geeft bijna een derde aan meer tijd kwijt te zijn aan het behandelen van cliënten dan volgens hun contract zou moeten. “Als je minder uren maakt, word je erop aangesproken”, stelt een van de respondenten. “Als je meer werkt, gebeurt er niks.” Een ander beschrijft: “Er wordt verwacht dat je meer uren maakt, omdat dat nou eenmaal bij de werksetting hoort en je anders moet nadenken of het werk wel bij je past.” 

Tijd voor opleidingsdoeleinden 

Ook de tijd die eigenlijk bedoeld is voor opleidingsdoeleinden, komt in het gedrang. Bij 41 procent van de respondenten is minder dan het verplichte kwart van de contracturen hiervoor beschikbaar. “Ik denk dat het een valkuil is om psychologen in opleiding te veel als werknemer in te zetten”, zegt een respondent hierover. “Door het volplannen met declarabele uren is er minder ruimte voor ontwikkeling.”

Begeleiding op de werkvloer 

Ook de begeleiding op de werkvloer is volgens sommige psychologen in opleiding niet in orde. De praktijkopleider, die de voortgang van de psycholoog in opleiding bewaakt, zou minimaal een uur per week de tijd moeten hebben voor begeleiding. Aan die eis wordt bij ruim de helft van de respondenten niet voldaan. Bovendien zou er de helft van de tijd dat een psycholoog in opleiding werkt, een ervaren psycholoog aanwezig moeten zijn waar degene in opleiding terechtkan met werkinhoudelijke vragen over (vaak kwetsbare) cliënten. Dat is bij 24 procent van de ondervraagden niet het geval. 

Chaya Boonstede is bestuurslid van de Kamer BIG-opleidelingen van het NIP en herkent de problemen waar sommige psychologen in opleiding tegenaan lopen. Ze linkt ze aan de afhankelijke positie waarin zij zich bevinden. “Als psycholoog in opleiding ben je afhankelijk van onder andere de praktijkbegeleider en werkbegeleider”, zegt Boonstede in de Pointer aflevering op YouTube. “Dat zijn vaak je directe collega’s en misschien ook je toekomstige collega’s. Die wil je liever niet tegen je in het harnas jagen.”

Opleidingsplekken voor psychologen zijn schaars 

Bovendien wijst ze erop dat het aantal opleidingsplekken voor psychologen schaars is. “Psychologen in opleiding zijn dankbaar als ze een plek hebben en durven het minderaan te geven als er bijvoorbeeld wrijvingen op de werkvloer ontstaan, uit angst om hun plek te verliezen.” Het verbaast haar dan ook niet dat 43 procent van de psychologen in opleiding in de peiling aangeeft weinig ruimte te voelen om misstanden aan te kaarten. 

Sparren met collega's in opleiding 

Opvallend is dat respondenten die bij kleine ggz-praktijken (met minder dan 50 medewerkers) werken, in de peiling op alle onderdelen meer misstanden rapporteren dan respondenten die bij grote instellingen werken. Dat kan volgens Boonstede komen omdat de lijnen tussen de psycholoog in opleiding en de begeleiding bij kleine instellingen korter zijn. “Je kent vaak de directie, dus dat maakt het toch wat spannender om signalen af te geven als dingen minder goed verlopen.” Bovendien zegt ze: “Bij grote instellingen kun je vaak sparren met collega’s die ook in opleiding zijn, omdat je niet de enige bent. Dat is bij een kleine praktijk misschien een ander verhaal.” 

Volgens Boonstede is het desalniettemin belangrijk dat psychologen in opleiding hun eigen rechten kennen en kenbaar maken. “Ik zou ze willen stimuleren om gebruik te maken van hun spreekrecht”, zegt ze. “Je kunt bij je werkbegeleider terecht, maar ook bij de vertegenwoordiger van je jaargroep of de vertrouwenspersoon van de opleidingsinstelling waar je de opleiding volgt. Wees niet bang om je plek te verliezen, maar spreek je uit. Zorg ervoor dat die signalen ergens terechtkomen en dat we er wat mee kunnen.” 

Door: Nationale Onderwijsgids 
Beeld: KRO-NCRV