Vandaag presenteert de TU Delft haar advies voor de aanpak van de woningnood in een online rapport, een publieke tentoonstelling en een openbaar debat. In het rapport, getiteld ‘Ruimte voor wonen’ bundelen de experts hun kennis, adviseren we integrale maatregelen en presenteren we innovatieve benaderingen om het woningtekort in Nederland aan te pakken door huisvesting, energietransitie, klimaatadaptatie, circulariteit, industrie, landbouw, infrastructuur en natuur met elkaar te verweven. Dat meldt de TU Delft.
De woningcrisis is een kans, stelt de TU Delft. De kans om een duurzaam en langdurig gezond woonklimaat te realiseren. De kans om diverse en flexibele huizen te bouwen die met de veranderende wensen van generaties kunnen meebewegen. Om wijken te ontwikkelen waar wonen, werken en recreëren samenkomen en waar iedereen zich thuis kan voelen.
Woningbouw vlot trekken
Veel van de kennis die nodig is om de woningbouw weer vlot te trekken, heeft de TU Delft in huis. Of het nu gaat om circulaire materialen, industrieel bouwen, collaboratieve woonvormen, inzicht in het stedelijk microklimaat en hittebestendig bouwen of de tools om ontwerpdenken in de praktijk te brengen. Om bij te dragen aan het oplossen van de wooncrisis heeft de TU Delft het 'Visieteam Wonen' opgericht. Dit team heeft de expertise van TU Delft onderzoekers over dit maatschappelijke probleem verzameld, gesprekken gevoerd met externe belanghebbenden en een advies opgesteld voor de minister voor Wonen, provincies, gemeenten en andere stakeholders.
Integrale aanpak
In het rapport, getiteld Ruimte voor wonen, adviseert de universiteit een integrale aanpak om de woningopgave in samenhang met andere transities aan te pakken. Het advies luidt:
Overheden, opdrachtgevers en bouwbedrijven moeten de woonopgave aanpakken in samenhang met de andere grote opgaven en transities. Deze aanpak moet steunen op de kennis en de ontwerpkracht van kennisinstellingen en de creatieve industrie.
Ze onderscheiden vier samenhangende handelingsperspectieven. Dit zijn handvatten om overheid, professionals en stakeholders te tonen wat zij kunnen doen om de woningnood te helpen overkomen. Aan elk van die perspectieven koppelden ze concrete adviezen.
1. Ruimtelijke ordening moet ruimte voor wonen in samenhang aanpakken met de energietransitie, de ruimtelijke adaptatie aan klimaatverandering en de transitie naar een circulaire economie. Het vraagt meer dan ooit om een integrale benadering. Ontwerpend onderzoek en, in het verlengde daarvan, ontwerpend ontwikkelen, is essentieel voor toekomstbestendige gebiedsontwikkeling.
2. Het verdichten van wijken moet samengaan met hoogwaardige, klimaat-adaptieve buitenruimtes en publieke binnenruimtes. Stedelijke openbare ruimtes moeten naast wateroverlast ook hittestress beheersbaar houden. Gemeenschappelijk beheerde buitenruimtes kunnen de betrokkenheid van bewoners en de leefbaarheid van de wijk versterken. Bewonersinitiatieven kunnen een belangrijk rol spelen in de sociale cohesie van de wijk.
3. Woongebouwen moeten langdurig bij de veranderende wensen van bewoners aansluiten. Het woningaanbod moet niet allen in grootte en prijs, maar ook in soort en vorm diverser worden, om recht te doen aan de diversiteit aan woonwensen. Woongebouwen moeten langdurig aanpasbaar zijn, zodat woningen makkelijk gesplitst, samengevoegd of uitgebreid kunnen worden. Er moet meer ruimte komen voor collectieve woonprojecten als onmisbaar deel van het woningaanbod.
4. De woonopgave kan in de bouwsector de transitie versnellen naar nieuwe, duurzamere en circulaire bouwmethodes. Het opschalen van Industrieel, Flexibel en Demontabel bouwen (IFD) heeft een brede samenwerking nodig van de bouwsector, opdrachtgevers, ontwerpers, ingenieurs en onderzoekers. IFD bouwen moet altijd met oog voor ruimtelijke kwaliteit en ruimte voor maatwerk. De voordelen van langdurige aanpasbaarheid van gebouwen voor duurzaamheid en waardebehoud moeten weerklank vinden in de financiering van deze projecten.
Door: Nationale Onderwijsgids