Onderzoek: Financiële situatie eredivisieclubs wankel maar stabiel

Dit dankzij supporters, sponsors en overheid; salarissen blijven vrijwel buiten schot. De meeste eredivisieclubs zijn het coronaseizoen 2020/21 zonder echte kleurscheuren doorgekomen. Terwijl de tribunes vrijwel het hele jaar leeg bleven. Dat blijkt uit de SERC Financiële Ranglijst Eredivisie editie 2022 van het Sports & Economics Research Centre (SERC) van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Dat meldt de HAN.

Het seizoen ging voor de meeste clubs gepaard met grote omzetdalingen en magere transferresultaten. Alle clubs wisten het hoofd boven water te houden. Dit is dankzij de massale loyaliteit en steun van supporters en sponsoren, maar ook door bijdragen van eigenaren en overheidssteun. De grootste kostenpost van de clubs zij de personeelskosten. Die bleven buiten schot en groeiden in veel gevallen zelfs.

Transfermarkt 

De reguliere omzet (zonder transfers) van de eredivisieclubs samen daalde met 21 procent naar ruim 400 miljoen euro. Terwijl de kosten maar 7 procent daalden, naar 559 miljoen euro. Het enorme verlies werd enigszins beperkt door bijdragen vanuit de overheid als gevolg van corona. 70 miljoen euro vanuit de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en circa 12 miljoen euro vanuit de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Dit verlies werd in het verleden vaak weggepoetst door een positief transferresultaat, maar in seizoen 2020/21 werd amper geld verdiend op de transfermarkt. Het transferresultaat daalde van gemiddeld zo’n 75 miljoen euro in de voorgaande 3 seizoenen naar slechts 6 miljoen euro. Uiteindelijk leden de clubs samen een verlies van 70 miljoen euro. Dat bedrag was veel hoger geweest zonder de massale loyaliteit en steun van fans en sponsors. Die zagen in veel gevallen af van een (deel van de) compensatie voor het missen van het bijwonen van de wedstrijden.

Kostenposten 

De meeste clubs wisten te besparen op verschillende kostenposten. Maar opmerkelijk genoeg gebeurde dat niet of nauwelijks op de personeelskosten. Die bestaan voor een groot deel uit de salarissen van spelers. En namen over de hele eredivisie zelfs met 1 procent toe. Bij 11 clubs namen de personeelskosten toe in vergelijking met voorgaand seizoen. Daarmee lijken de spelers de partij te vormen die financieel gezien het minst geleden hebben. 

Gulle eigenaar 

In totaal maakten 4 eredivisieclubs een bescheiden winst: sc Heerenveen, Heracles Almelo, FC Groningen en RKC Waalwijk. En leden 6 clubs een beperkt verlies van minder dan 2 miljoen euro. In veel gevallen was het verlies daarmee te overzien. De grootste verliezen kwamen voor rekening van de traditionele ‘top 3’ (Ajax, Feyenoord en PSV) en clubs met een gulle eigenaar, zoals Vitesse, FC Utrecht en Fortuna Sittard. Het eigen vermogen van 10 clubs aan het begin van het zojuist afgelopen seizoen was zeer wankel, minder dan 2,5 miljoen euro. Maar voor 9 van die clubs was dat een jaar eerder ook al het geval. Het aantal clubs met een negatief eigen vermogen nam toe van 2 naar 4. Daarnaast geldt dat minimaal 8 clubs gebruik maakten van de mogelijkheid om pas later belasting te betalen. Hierdoor hing medio 2021 de clubs een gezamenlijke belastingschuld van ruim 60 miljoen euro boven het hoofd. Die moet in de komende 5 jaar terugbetaald worden. 

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk