De kwaliteit van docenten in Nederland staat onder grote druk, waarschuwt Ad Verbrugge, hoofddocent aan de VU en voorzitter van Beter Onderwijs Nederland. Lagere eisen op de Pabo zorgen ervoor dat leraren onvoldoende zijn opgeleid in didactiek. Hierdoor passen scholen geen verantwoorde onderwijsmethoden toe en ontbreekt een duidelijk eindniveau per groep. Kinderen met taalachterstand lopen hierdoor jarenlang achter. “Ze gaan op hun twaalfde naar het voortgezet onderwijs met een taalniveau van een zevenjarige. Ze kunnen niet meekomen.” Dit meldt NPO Radio 1.
De gevolgen strekken verder dan taalonderwijs. Veel scholen werken met kindervolgsystemen die kinderen niet terugzetten bij achterstanden. Leraren moeten tegelijkertijd omgaan met grotere klassen, concentratieproblemen en de invloed van smartphones. Er is volgens Verbrugge sprake van een gezagscrisis.
Bijlesbedrijven
Daarnaast is er ook in toenemende mate sprake van kansenongelijkheid. Er zijn 61.000 consultants en 40.000 bijlesbedrijven actief in de klas. Dit leidt tot grote ongelijkheid: kinderen van ouders die kunnen betalen krijgen extra ondersteuning, andere kinderen niet. Volgens Verbrugge kan een leraar dit probleem niet alleen oplossen. Het onderwijs heeft een sterke schoolcultuur nodig, waarin gemeenschappelijke normen gelden en leraren samenwerken binnen een team.
'Breng vakdocent terug'
De voorzitter van Beter Onderwijs Nederland pleit ook voor strengere opleidingsstandaarden en betere handhaving door de inspectie. “Breng de vakdocent terug, stel nieuwe kwaliteitsstandaarden vast en laat de inspectie die handhaven.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky
