Financiële plannen van minister Dijkgraaf vallen slecht in Tweede Kamer

De Tweede Kamer is zeer kritisch op de financiële plannen van de ministers Robbert Dijkgraaf en Dennis Wiersma (Onderwijs en Wetenschap). Kamerleden van de VVD en het CDA die de opdracht hebben gekregen om de begroting door te lichten, juichen toe dat er meer geld gaat naar bijvoorbeeld basisvaardigheden en het lerarentekort, maar vinden het moeilijk te achterhalen hoe dit wordt uitgegeven. Het is onduidelijk wat de ministers willen bereiken en hoe ze dat willen meten, luidt hun kritiek.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gaat in 2023 ruim 10 procent meer uitgeven, waardoor het totaal op grofweg 53 miljard euro uitkomt. De komende jaren wordt vooral meer geld uitgegeven aan de herinvoering van de basisbeurs, het verbeteren van de onderwijskwaliteit en aan leraren en schoolleiders. Zohair El Yassini (VVD) en René Peters (CDA) hebben in opdracht van de Tweede Kamer de begroting doorgelicht. De financiële verantwoording is volgens hen een "doolhof" en daardoor is het moeilijk om deze te controleren.

Geformuleerde doelen 

El Yassini en Peters vinden dat de Prinsjesdagstukken van het ministerie van OCW bol staan van de vaag geformuleerde doelen, zoals "scholen kunnen scherper kiezen wat hun leerlingen echt nodig hebben". Vervolgens is het ook moeilijk na te gaan of de doelen echt behaald worden. De cijfers die daarover worden bijgehouden, zijn vaak verouderd of geven geen duidelijk antwoord op de vraag of de doelen van de ministers en staatssecretaris echt zijn gehaald.

Ook andere Kamerleden van onder meer de PvdA, GroenLinks, D66 en PVV herkennen zich in het geschetste beeld. Harm Beertema van de PVV spreekt van "zware conclusies". Kiki Hagen merkt wel op dat "niet alles meetbaar" is, bijvoorbeeld waar het om onderwijs gaat.

Door: ANP