Drie leraren over passend onderwijs: `Het idee is prachtig`

Alle kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. En leerlingen met bijvoorbeeld adhd, autisme of hoogbegaafdheid gaan weer zoveel mogelijk naar reguliere scholen. Dat is het idee achter passend onderwijs, dat in 2014 bij wet werd ingevoerd. Inmiddels zijn we zes jaar verder. En klinkt er uit verschillende hoeken kritiek op het systeem. Daarom heeft minister Arie Slob recent 25 verbetermaatregelen aangekondigd. Hoe ervaren leraren passend onderwijs in de praktijk? 

Hans werkt als invalleerkracht op verschillende basisscholen in Noord-Holland. Hoe passend onderwijs in de praktijk uitpakt, heeft hij op veel plekken gezien. “Het idee is prachtig: zoveel mogelijk leerlingen moeten mee kunnen doen in het reguliere systeem. Op sociaal vlak hebben veel kinderen daar baat bij.” Tegelijkertijd weet hij ook dat het niet gemakkelijk is voor ieder kind individueel een passend traject te verzinnen, met 32 kinderen in de klas. 
 
Tineke ervaart hetzelfde. Zij werkt als docent Engels op een middelbare school in Groningen. “Je kunt niet een heel lesuur al je aandacht besteden aan de twee leerlingen die hulp nodig hebben. En de rest maar laten rondzwemmen.” Manon werkt momenteel in het speciaal onderwijs, maar heeft ook ervaring in het regulier basisonderwijs. Ze benadrukt hoe fijn het zou zijn als passend onderwijs zou slagen. Dat kinderen naar een school kunnen dichtbij waar ze wonen. Maar de praktijk? Die laat nog te wensen over.  
 
Benieuwd wat de drie leraren verder zeggen over passend onderwijs? Lees het hele interview hier. 
 
Door: Nationale Onderwijsgids