Normal_docent_werk_ontslag_leraar_tas

D66 en CDA denken dat er voldoende andere geldpotjes zijn in het onderwijs waarin geschrapt kan worden, om zo het loon van leraren te verhogen. Zo meent D66-Kamerlid Paul van Meenen dat op extra’s in de cao, het inschakelen van onderwijsconsultants en de vergoedingen aan besturen bezuinigd kan worden. Volgens het CDA geven basisscholen veel uit aan cursussen waar geld voor een loonsverhoging uit gehaald kan worden. De uitspraken van deze partijen stuiten de PO-Raad tegen de borst en noemen deze onzin, schofferend en getuigen van struisvogelpolitiek. Dat melden NOS en de PO-Raad.

De commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap debatteert woensdag over leraren met ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob. Leraren in het basisonderwijs willen een hoger salaris en en lagere werkdruk. In 2017 hebben ze daarom landelijk gestaakt en dit jaar zijn er enkele regionale stakingen. Vanaf 2021 is jaarlijks 430 miljoen euro beschikbaar gesteld om de werkdruk in het onderwijs aan te pakken. Vanaf het komende schooljaar doet het kabinet al een investering van 237 miljoen euro.

Het is goed dat er extra geld naar het onderwijs gaat, vinden D66 en CDA, maar binnen het onderwijs zou er ook een blik geworpen moeten worden op het huidige bestedingspatroon. Bijvoorbeeld stafmedewerkers die een goed salaris krijgen, waardoor er voor leraren minder over is. Of de potjes die beschikbaar zijn gesteld voor extra’s zoals cursussen. “Als ze het gelijk zouden trekken, kan een basisschoolleraar zomaar 10 procent meer verdienen”, zegt CDA’er Michel Rog.

De PO Raad laat in een reactie weten geschokt te zijn door de uitspraken van de coalitiepartijen. D66 en CDA insinueren dat leraren best meer kunnen verdienen als schoolbestuurders salaris inleveren en als wordt bezuinigd op bijvoorbeeld cursussen. De Kamerleden schetsen een onjuist beeld van het primair onderwijs, vindt de PO-Raad. “Juist daar is de overhead het laagst van alle onderwijssectoren, enkele procenten. Ruim veertig procent van de besturen is een zogenoemde éénpitter, die telt dus één school. De directeur staat er vaak zelf voor de klas en doet ook conciërgetaken.”

Er is maar één probleem en dat is dat de basisbekostiging niet op orde is, stelt de PO-Raad al jaren. De kosten stijgen harder dan de inkomsten waardoor het primair onderwijs geld tekort komt voor goed onderwijs. Onafhankelijk onderzoek bevestigt dit keer op keer. 

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids