Normal_klas_lokaal_leeg_school_stoelen_tafels

Schoolbesturen blijken bedreigde dorpsscholen liever zelf open te houden dan over te dragen aan een ander bestuur. Dit blijkt uit een inventarisatie van de Volkskrant. Waarom besturen de schooltjes niet willen overdragen aan een ander bestuur is niet helemaal duidelijk. Financiën kunnen een grote rol spelen, maar bijvoorbeeld ook concurrentie tussen schoolbesturen.  Dat meldt de Volkskrant.

Eerder dit jaar werd de Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen (VZD) opgericht door verontruste bewoners van kleine dorpen uit heel Nederland. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs liet weten dat deze vereniging als 'bevoegd gezag' zou mogen dienen voor bedreigde basisscholen. Daarmee kunnen dorpsscholen voortaan bestaan onder de paraplu van VZD.

Toch kozen schoolbesturen er niet voor om hier gebruik van te maken. Een aantal scholen dat gesloten zou worden, bleven toch open onder het huidige bestuur. Volgens voorzitter van de vereniging, Jan Schuurman Hess, heeft zijn vereniging een belangrijke rol gespeeld bij het openhouden van de dorpsscholen. Volgens Schuurman Hess konden de ouders zo laten zien dat er een serieus alternatief was.

Dat schoolbesturen de scholen liever zelf open houden kan te maken hebben met de financiële kant; wanneer een bestuur een school afstoot behouden ze niet hetzelfde aantal leerlingen en leerlingen zijn geld. Concurrentie onder de besturen kan ook een rol spelen. Daarnaast komt een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs nog een derde reden. “Stel dat er in twee nabijgelegen dorpen schooltjes zijn die verlies draaien. Dan kun je daar één gezonde school van maken. De reisafstand blijft dan voor alle ouders acceptabel. Neemt een ander bestuur een van die scholen over, dan verandert het plaatje. Dan heeft een bestuur alleen die ene kleine school over.” De VZD zegt zijn activiteiten vooralsnog gewoon voort te zetten. 

© Nationale Onderwijsgids