Normal_mbo_eten

In 2015-2016 is het aantal mbo-studenten nagenoeg stabiel gebleven in vergelijking met het voorgaande studiejaar. Dit blijkt uit het rapport Basiscijfers Jeugd dat Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en UWV vandaag uitbrengen. Verder blijkt dat er in de periode september 2015 tot en met februari 2016 in Nederland 157.490 mbo-vacatures waren, 5 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat meldt SBB.

In het huidige schooljaar volgen 475.180 studenten een mbo-opleiding. Het aantal studenten dat een beroepsopleidende leerweg (bol) volgt is licht gestegen naar 377.707. Het aantal studenten dat een beroepsopleiding met een combinatie leren en werken (bbl) volgt, is verder gedaald met 3 procent tot 97.473. De zorg is de sector met de meeste studenten en gediplomeerden, gevolgd door gastvrijheid, retail, welzijn, groen en metaal en metalektro.

Ondanks de daling van het totaal aantal ontstane mbo-vacatures groeide het aantal mbo-vacatures in onder meer de richtingen orde en veiligheid (+64 procent), bouw (+25 procent), mobiliteit (+22 procent) en zorg (+14 procent) sterk. Jongeren die nu starten met een mbo-opleiding hebben een goed baanperspectief als zij kiezen voor de richtingen mbo-verpleegkunde, manager retail en kok.

In het afgelopen half jaar verstrekte UWV 50.150 nieuwe uitkeringen aan jongeren tot 27 jaar. Dit is een afname met 7.000 in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De daling was het sterkst vanuit de bouwnijverheid (-37 procent) en gezondheidszorg, welzijn en cultuur (-31 procent). De aantrekkende bouwsector en de zorg, waarin de banenkrimp tot stilstand is gekomen, zorgen voor de sterk dalende instroom in deze sectoren. Alleen in de sector vervoer en opslag en in de detailhandel nam het aantal nieuwe uitkeringen licht toe. In de detailhandel, waarin relatief veel jongeren werkzaam zijn, hebben de recente grote faillissementen gezorgd voor een toename van de nieuwe uitkeringen.

Eind maart 2016 stonden er bij UWV 97.600 jongeren tot 27 jaar als werkzoekende geregistreerd. 48 procent van deze jongeren is laagopgeleid en heeft geen startkwalificatie, 9 procent is hoog opgeleid. UWV verstrekt bijna 37.000 lopende WW-uitkeringen aan jongeren. Jongeren hebben bij ontslag niet altijd recht op WW. De dynamiek in de WW is bij jongeren daarnaast groter dan bij de oudere leeftijdscategorieën, omdat jongeren vaker een flexibel contract hebben en een korter arbeidsverleden.

© Nationale Onderwijsgids