De Algemene Onderwijsbond (AOb) pleit voor kleinere klassen in het onderwijs om radicalisering onder jongeren tegen te kunnen gaan. Kleinere klassen geven docenten meer tijd om aandacht te besteden aan jongeren die risicogedrag vertonen, zegt de bond. Dit meldt BNR.
Docenten doen al veel om het probleem van radicaliserende jongeren aan te pakken, zegt bestuurslid Rob Hommen van de bond. Ze volgen trainingen en praten in de klas en individueel met leerlingen over bijvoorbeeld de recente aanslagen in Parijs. Nederland kan echter nog een verbeterslag maken door de klassengrootte terug te brengen, zegt Hommen. Dat geeft leraren meer tijd om persoonlijke aandacht te schenken aan probleemjongeren.
Docenten spelen een belangrijke rol in het signaleren en aanpakken van radicalisering onder jongeren. “Maar op een bepaald moment moet er ook gezegd worden: tot hier is het onze verantwoording en vanaf hier moeten professionals die gespecialiseerd zijn in deze problematiek het overnemen”, zegt Hommen. Volgens het AOb-bestuurslid ligt hier een mogelijke rol voor werkzoekende docenten: “We willen juist in deze tijd investeren in deze jongeren, zodat ze een toekomst houden. Ze hebben die extra aandacht nodig”.
Partij D66 pleit al jaren voor kleinere klassen. “Er zijn een heleboel redenen om die klassen kleiner te maken. Als daar een bijkomstigheid van is dat je er radicalisering mee tegen kan gaan, is dat mooi meegenomen”, reageert Kamerlid Paul van Meenen.
© Nationale Onderwijsgids
