Minister Asscher van Sociale Zaken heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderopvang. Naar verwachting zal de harmonisatie zowel organisatorisch, beleidsmatig, kwalitatief als vanuit financieel oogpunt in 2018 zijn afgerond. De harmonisatie moet de verschillen tussen peuterspeelzalen en kinderopvang wegnemen. Ook moet het zorgen voor een betere afstemming tussen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en onderwijs. Dat meldt de Brancheorganisatie Kinderopvang.
De harmonisatie van voorschoolse voorzieningen is gericht op drie pijlers: versterken van de pedagogische kwaliteit, één kwaliteitskader voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven en één financieringsstructuur voor werkende ouders. De eerste stappen voor de harmonisatie zijn inmiddels gezet, zo zijn de eisen aan beroepskracht-kindratio, het vierogenprincipe en het pedagogische beleidsplan geharmoniseerd. In het traject Het Nieuwe Toezicht lopen de eisen rondom onder meer ruimten en de inzet van vrijwilligers mee.
Voor de inzet op het versterken van de pedagogische opdracht verwijst Asscher naar het project Permanente Educatie van Brancheorganisatie Kinderopvang. De komende tijd wordt met betrokken partijen onderzocht op welke wijze er een betere aansluiting kan plaatsvinden tussen voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs. Voor de peuterspeelzalen zal er veel veranderen in de bedrijfsvoering, positionering, samenwerking met andere partijen, financieringsstructuur en kwaliteitseisen. De peuterspeelzalen krijgen hier dan ook ondersteuning voor. De brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening / Sociaal werk, de Mogroep, heeft hier een meerjarige subsidie voor ontvangen. Hoewel er nog geen overeenstemming over de financiën van het harmonisatieplan is met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, geeft Asscher aan wel door te gaan.
© Nationale Onderwijsgids