EDE - Uit onderzoek van het Inspectie van het Onderwijs blijkt dat de condities en de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in Ede in orde zijn. Op een aantal aspecten is nog wel aanscherping nodig.

Extra
Jonge kinderen van 2,5 tot en met 4 jaar met het risico op een taalachterstand kunnen educatieve programma's volgen bij een peuterspeelzaal, voorschool of kinderopvang. Zij krijgen dan een aantal dagdelen per week extra begeleiding.

Zodra het kind naar de basisschool gaat loopt de voorschoolse educatie over in de vroegschoolse educatie. Kinderen krijgen die in de eerste twee jaren van de basisschool. Er wordt naar gestreefd om zoveel mogelijk met hetzelfde programma te werken zodat de lesmethode voor de kinderen op elkaar aansluit.

Taak
De gemeente heeft de wettelijke taak om voldoende voorschoolse en vroegschoolse educatie aan te bieden. Ook is de gemeente verplicht om afspraken te maken met de schoolbesturen en de aanbieders van peuterspeelzaalwerk, voorscholen en kinderopvang.

Overleg
Op grond van de aanbevelingen uit het rapport zal verantwoordelijke wethouder Hullegie met genoemde partijen in overleg treden. Eén van de belangrijkste aandachtspunten is voor- en vroegschoolse educatie meer onder de aandacht van ouders te brengen. Zodat ook meer kinderen bereikt worden.

Deze vorm van educatie stimuleert de ontwikkeling van kinderen en zorgt dat zij goed toegerust aan de basisschool kunnen beginnen.

De inspectie heeft zowel op het niveau van de gemeente, als op het niveau van de afzonderlijke locaties, gekeken naar de kwaliteit van de VVE in de gemeente. Er zijn in totaal tien peuterspeelzalen en twee kinderdagverblijven bezocht.

© Nationale Onderwijsgids