Normal_6234

Voor bestuurders in het onderwijs zullen lagere beloningsmaxima worden vastgesteld dan het wettelijk maximum dat gaat gelden voor bestuurders in de gehele (semi)publieke sector. Ook worden de maximale beloningen gedifferentieerd per onderwijssector; per sector wordt een verdere indeling gemaakt in salarisklassen.

Dat schrijven minister Van Bijsterveldt en staatssecretaris Zijlstra (OCW) in een brief aan de sectororganisaties in het onderwijs, zo meldt de Rijksoverheid.

Eerder is bepaald dat bestuurders in het onderwijs maximaal 130% van een ministersalaris mogen verdienen. Die norm wordt al sinds enige tijd bij OCW toegepast en sluit aan bij het wetsvoorstel "Normering van bezoldigingen van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector" (WNT), dat in de nabije toekomst de normering van de inkomens in de gehele (semi-) publieke sector regelt. Dit wetsvoorstel ligt op dit moment voor behandeling bij de Tweede Kamer.

In deze wet is naast een beloningsmaximum van € 223.666 (beloning inclusief bonus, onkostenvergoeding en pensioenbijdrage) de mogelijkheid opgenomen voor het vaststellen van een láger maximum. De bewindslieden van OCW hebben eerder aangegeven van die mogelijkheid gebruik te willen maken. OCW heeft daarop advies gevraagd over de zwaarte van bestuurdersfuncties. De geadviseerde beloningsmaxima worden overgenomen.

Concreet betekent dit dat de sectorale maxima er als volgt uit komen te zien: primair onderwijs: € 153.000, voortgezet onderwijs: € 179.000, mbo/hbo: € 194.000 en wo: € 217.000. Bij het inwerking treden van de WNT zullen deze lagere maxima gaan gelden voor onderwijsbestuurders.

Om de opwaartse druk van beloningen naar het nieuwe sectorale maximum verder te voorkomen, krijgen de onderwijssectoren de opdracht om voor 1 november te komen met een verdere indeling in salarisklassen per sector.