Docenten onvoorbereid op technologische revoluties in onderwijs

In een rapport van Oxford University Press komt naar voren dat veel docenten zich zorgen maken over de opkomst van diverse technologische revoluties binnen het onderwijs. Zo zouden veel docenten geen of weinig kennis hebben van de implementatie van bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, ofwel Artificial Intelligence (AI). Veel docenten zien de waarde van AI wel in, aangezien het ondersteuning kan bieden bij het verbeteren van de lessen en dus de algehele onderwijskwaliteit. Desalniettemin zorgen beperkingen in kennis en eventuele gevaren voor terughoudendheid. Dit melden Innovation Origins en Oxford University Press.

Gebruik van AI in het onderwijs

Hoewel AI nog niet heel lang geleden haar intrede deed in het onderwijs, is de impact al zeer sterk aanwezig. Zo gebruiken docenten AI-tools om oefenopdrachten te maken en toetsen vorm te geven. Daarbij zijn er verschillende digitale middelen die worden ingezet in het (hoger) onderwijs, die gebaseerd zijn op kunstmatige intelligentie, om een meer persoonlijke leeromgeving te creëren.. Een voorbeeld hiervan is het programma Perusall, waarbij leerlingen worden gemotiveerd om de interactie met elkaar en hun schoolwerk aan te gaan.

Niet voorbereid op de komst van AI door gebrek aan inzichten

In het onderzoek van Oxford University Press komt naar voren dat iets minder dan de helft van de docenten (49 procent) zich onvoorbereid voelt op de komst van AI in het onderwijsveld. Leraren geven aan baat te hebben bij meer kennis over en onderzoeken naar AI. Dit zou hen meer inzicht geven in de voordelen en mogelijke implicaties waar zij tegenaan kunnen lopen. Daarnaast beveelt Oxford aan om een heldere discussie te voeren met leerlingen in het klaslokaal, zodat zij zich bewust zijn van hoe zij AI wel en niet moeten gebruiken.

AI beperken in het onderwijs?

Uiteraard komt de komst van AI en de implementatie ervan in het onderwijs ook met zorgen. Docenten zijn veelal huiverig voor het gebrek aan privacy, de toename van plagiaat en de afhankelijkheid van leerlingen van op AI gebaseerde hulpmiddelen. Om deze zorgen te beperken hebben beleidsmakers in de Europese Unie inmiddels een kader aan regelgeving voor artificial intelligence ontwikkeld. Hierbij worden de eventuele risico’s omtrent het gebruik van kunstmatige intelligentie in het klaslokaal beperkt. Ondanks deze stappen om controle te houden op het gebruik van AI door leerlingen (en docenten), blijft er één vraag heersen: “Moeten we kunstmatige intelligentie überhaupt toestaan in het onderwijs?”

Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer