Normal_university-student-working-in-library-2022-03-07-23-57-27-utc

De bescherming van sociale veiligheid en integriteit van leerlingen en studenten is een basisvoorwaarde om het recht op onderwijs tot wasdom te laten komen, maar de regulering daarvan door de overheid en de uitwerking in allerhande gedragscodes en regels vereist behoedzaamheid. Het is in eerste instantie aan de onderwijsinstellingen zelf om met elkaar het gesprek te voeren over betamelijk en onbetamelijk gedrag, aan de hand van de gedeelde waarden en grondslagen van de instelling. Dit betoogt bijzonder hoogleraar onderwijsrecht Pieter Huisman op vrijdag 15 september in zijn inaugurele rede onder de titel Geregeld Gedrag. Over juridisering en regulering van de pedagogische relatie aan Tilburg University. Dit meldt Tilburg University.

Pieter Huisman zal ingaan op de stelling dat de relatie tussen leerling/student en school/instelling in toenemende mate is gereguleerd en verjuridiseerd als gevolg van de maatschappelijke discussie over wat (on)wenselijk gedrag of uitlatingen zijn binnen de instelling en in het onderwijs. Vanuit motieven zoals het waarborgen van veiligheid, non-discriminatie en burgerschap hebben gedragingen of uitlatingen zowel binnen als buiten de school/instelling, consequenties voor het uitoefenen van het recht op onderwijs.
 
Grensoverschrijdend of intimiderend gedrag kan bijvoorbeeld leiden tot maatregelen, zoals verwijdering van de opleiding wanneer blijk is gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van het beroep waartoe de student wordt opgeleid (het zogenaamde iudicium abeundi). Jurisprudentie laat zien dat zelfs gedrag van ouders in extreme gevallen kan leiden tot verwijdering van de leerling, ook al heeft de leerling zelf geen aandeel in de verstoorde relatie. Dit heeft effect op het recht op onderwijs.

Zorgplicht

De wetgever scherpt de zorgplichten voor instellingen rond sociale veiligheid in toenemende mate aan en begeeft zich op het terrein van de vraag wat een ‘veilig en vrij’ school- of universiteitsklimaat dient te zijn. De ruimte in de zorgplichten wordt veelal niet door de instelling of de leraar ingevuld, zoals wellicht de bedoeling is, maar door toezichthouders, inspecties, brancheorganisaties en oordelen van klachtencommissies.
 
Een verplichte melding van elk incident kan leiden tot ‘draaiboeken’ voor incidenten en tot een wirwar aan codes, sectorale leidraden en instructies. Bovendien verschuiven de definities van wat bijvoorbeeld als ‘agressie’ of ‘intimiderend’ wordt gezien. Dat maakt regulering diffuus.

Onoverzichtelijk onderwijs

De regulering van sociale veiligheid is volgens Huisman een voorbeeld van de verdere ‘verneveling’ van het (onderwijs)recht: het is veelal ‘pseudoregelgeving’, het wordt steeds gelaagder, daardoor onoverzichtelijker en minder samenhangend. Die samenhang is wel nodig ten behoeve van de kenbaarheid en rechtszekerheid.
 
De oratie is een bouwsteen en doorkijkje naar het onderzoekprogramma voor de leerstoel als onderdeel van het onderzoeksprogramma Global Law and Governance van Tilburg Law School. Actuele nationale en internationale (rechts)ontwikkelingen worden verbonden met de betekenis daarvan voor onderwijswetgeving en rechtspositie van actoren.
 
Door: Nationale Onderwijsgids