Hoe lager het salaris voor docenten in vergelijking met ander hogeropgeleiden, hoe minder mannen voor de klas staan. Dat concludeert Oeso, de organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling, in het nieuwe rapport Education at a glance 2016. De constatering geldt niet alleen voor Nederland, ook in andere Europese landen is het verband tussen lage salarissen en de feminisering van het docentenberoep zichtbaar. Dit meldt de Algemene Onderwijsbond (AOb).
Een duidelijke verklaring voor deze salariskloof heeft Oeso niet, daarvoor is meer onderzoek nodig. Wel lijkt mee te spelen dat het verschil in salaris met andere hoogopgeleiden voor mannen groter is dan voor vrouwen. Voor vrouwen valt het salaris in het onderwijs ongeveer gelijk met het salaris van vrouwen in andere hoogopgeleide beroepsgroepen.
Voorzitter Liesbeth Verheggen van de AOb waarschuwt dat deze situatie niet lang meer zo zal blijven: “Vrouwen halen betere studieresultaten dan mannen. Zij dringen door in allerlei beter betaalde mannenberoepen.” Het kan best zijn dat ook vrouwen straks het onderwijs links laten liggen. Volgens de AOb is er maar één oplossing: de salarissen in het onderwijs moeten omhoog, voor zowel mannen als vrouwen. Ook Oeso oordeelde in een apart landenrapport voor Nederland dat hier de salarissen te laag liggen om voldoende docenten aan te trekken.
Oeso benoemt verder het belang van voldoende mannen voor de klas. Volgens de onderzoekers lijkt het erop dat de schoolprestaties van jongens verbeteren wanneer zij een mannelijke docent hebben. Deze trend is echter alleen zichtbaar in het voortgezet onderwijs. Voor het basisonderwijs zijn er geen harde bewijzen hoewel de onderzoekers ook daar overtuigd zijn van het belang van mannelijke leraar als rolmodel voor jongens.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
