Normal_docent__leerkracht__leraar__schoolbord

Het geloof in eigen kunnen, self-efficacy, van leraren is mede afhankelijk van het gedrag van individuele leerlingen in het primair onderwijs. Storend gedrag van leerlingen zorgt ervoor dat leraren minder geloven in hun eigen kunnen. Bij sociale leerlingen is dit juist andersom: leerkrachten voelen zich in hun bijzijn meer doelmatig. Dit blijkt uit onderzoek van promovenda Marjolein Zee van de Universiteit van Amsterdam. Dit meldt Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.

Met de invoering van passend onderwijs zijn er meer leerlingen met verschillende onderwijsbehoeften en dat kan een leraar onzekerder maken. Hierdoor wordt ook hun gevoel van doelmatigheid, hun self-efficacy, minder. Op klasniveau is er een verband tussen goede self-efficacy en het motiveren van leerlingen. Ook kunne deze leraren beter gedragsregels opstellen in de klas een beter differentiëren. Op individueel niveau blijkt uit het onderzoek dat het gevoel van doelmatigheid sterker samenhangt met een individuele leerling. Als een leerling sociaal is, gelooft de leerkracht meer in zichzelf. Vertoont de leerling storend gedrag, dan gelooft de leraar minder in eigen kunnen. 
 
Leraren voelen zich het minst doelmatig op het gebied van gedragsmanagement en emotionele support. Hierin ligt een taak voor de pabo, vindt Zee. Leraren moeten leren zelfverzekerder te zijn om met verschillende leerlingen te kunnen omgaan. Door te reflecteren op concrete situaties met leerlingen kunnen leerkrachten leren inzien wat voor invloed hun gevoelens, handelingen en gedragingen hebben op deze leerlingen.
 
© Nationale Onderwijsgids