Normal_download__1_

Onderwijsinstellingen die veel private activiteiten ondernemen zijn zich goed bewust van de mogelijke risico’s. Maar de (openbare) verantwoording over de publieke activiteiten is nog onvoldoende transparant. Dat is de conclusie die de onderwijsinspectie trekt na een verkennend veldonderzoek en die is neergelegd in een rapport over private activiteiten van bekostigde onderwijsinstellingen.

In alle sectoren van het bekostigd onderwijs vinden private activiteiten plaats. Deze komen doorgaans ten goede aan het onderwijs en onderzoek in deze sectoren. Bij de private activiteiten van onderwijsinstellingen is het van belang dat is geborgd dat er geen vermenging plaatsvindt tussen publieke en private geldstromen. Daardoor zou immers oneerlijke concurrentie kunnen plaatsvinden, of zouden er publieke middelen kunnen weglekken naar private activiteiten. Het aandeel in de baten dat private activiteiten hebben is aanzienlijk in de sector WO (circa 18 procent van de baten), bescheiden in HBO en MBO (8 respectievelijk 6 procent) en gering in PO en VO (3 à 4 procent van de baten). Private activiteiten zijn activiteiten die niet alleen dienen voor de uitvoering van de bekostigde wettelijke onderwijstaken.

Volgens de inspectie kunnen de kaders voor private activiteiten duidelijker worden gemaakt. De inspectie stelt voor om een notitie Helderheid 2.0 te schrijven en te borgen dat de inhoud ervan ook wordt uitgevoerd. Verder beveelt de inspectie aan om private activiteiten expliciet onderwerp te maken van het interne toezicht. De inspectie zal daarom de relevante aspecten van private activiteiten nadrukkelijk benoemen in het accountantsonderwijsprotocol. Ook in haar financiële toezicht zal de inspectie private activiteiten expliciet betrekken.
 
© Nationale Onderwijsgids