Normal_abp_pensioen

Het ABP verlaagt per 1 januari 2014 de pensioenpremie van 25,4% naar 21,6% van het pensioengevend salaris. Daarnaast is bekendgemaakt dat de pensioenen in 2014 niet worden aangepast aan de loonontwikkeling in de sectoren overheid en onderwijs (indexering).

De premiedaling van 3,8%-punt wordt voor 3,3%-punt veroorzaakt door de versobering van de pensioenregeling: een verlaging van het opbouwpercentage van 2,05% naar 1,95% en een verhoging van de pensioenrekenleeftijd van 65 naar 67 jaar. Daarnaast komt een deel van de tijdelijke verhoging van de premieopslag die onderdeel is van het herstelplan te vervallen. De resterende herstelopslag in de premie van 2014 bedraagt 3%-punt.

BESLUIT OVER VERDERE PENSIOENVERLAGING
Het besluit over de premieverlaging en het niet indexeren van de pensioenen is genomen op basis van de financiële positie op de peildatum 1 november 2013. De dekkingsgraad bedroeg op deze datum 106,2%. In januari 2014 zal ABP het herstelplan evalueren op basis van de financiële positie op de peildatum 31 december 2013.

Bij een ontoereikende financiële positie (dat wil zeggen: een dekkingsgraad lager dan 104,2%) is een tweede pensioenverlaging per 1 april 2014 naar verwachting onafwendbaar. Bij een voldoende solide financiële positie op 31 december zal het ABP beoordelen of de in april doorgevoerde verlaging van de pensioenen met 0,5% beëindigd kan worden. Als hierover positief besloten wordt, beoordeelt het ABP vervolgens of de herstelopslag in de premie van 2014 kan komen te vervallen. Indien ook deze beoordeling positief zou uitvallen, wordt tot slot bekeken of het mogelijk is om in 2014 alsnog over te gaan tot het verlenen van indexatie. 

© Nationale Onderwijsgids