Normal_copyright_stockfreeimages_oudere_student_langstudeerder_studie_lezen_boeken_cursus_thuisstudie

Uitzendwerk is belangrijk als het gaat om mensen aan het werk te krijgen en te houden. Opleiden wordt steeds vanzelfsprekender binnen de uitzendbranche. Dat en meer blijkt uit cijfers van de Uitzendmonitor die de ABU vandaag publiceert. Dit meldt ABU.

Het onderzoek geeft de ontwikkelingen weer in de uitzendbranche van 2007 tot 2015. Daaruit blijkt dat o.a. 61 procent van de uitzendkrachten na afloop van een uitzendbaan doorstroomt naar een andere baan. Van de werkhervatters die uit de ww komen, keert 30 procent via een uitzendbaan weer terug op de arbeidsmarkt. Dat is tien keer zoveel als het aandeel van uitzenden in de beroepsbevolking. 70 procent van de ww'ers die via een uitzendbaan aan het werk gaan, zijn drie jaar later nog steeds aan de slag. 
 
Opleiden wordt steeds vanzelfsprekender binnen de uitzendbranche: 13 procent van de uitzendkrachten volgde in 2015 een opleiding. Ter vergelijking: 19 procent van de mensen met een vast dienstverband volgt een opleiding en slechts 6 procent van de oproepkrachten doet dat. In 2020 wil de branche dat 20 procent van de uitzendkrachten een opleiding volgt.
 
In 2015 werkten ruim 770.000 mensen als uitzendkracht. 20 procent van hen was ouder dan 45 jaar. Een uitzendbaan kende in 2015 gemiddeld 29,1 uren per week. Bijna de helft van de uitzendkrachten werkte meer dan 36 uur. Het beeld dat uitzendbanen vaak kleine banen zijn en van korte duur wordt hierdoor ontkracht.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids