Fietsroutes richting middelbare scholen vaak te onveilig voor scholieren

Te smalle fietspaden, noodgedwongen fietsen op wegen met gemengd verkeer en gevaarlijke oversteken over 80 km/u wegen. Veel middelbare scholieren krijgen ermee te maken bij hun fietstocht op weg naar school. De kans op ongevallen wordt door onveilige fietsroutes aanzienlijk vergroot. Dit blijkt uit het onderzoek Kwaliteit fietsroutes middelbare scholieren dat Sweco samen met de Fietsersbond deed in opdracht van Bouwend Nederland. Om fietspaden veilig(er) te maken is volgens de onderzoekers een investering nodig tot in totaal 1,7 miljard euro. Ook Veilig Verkeer Nederland sluit zich aan bij de oproep van de Fietsersbond en Bouwend Nederland. Dat meldt de Fietsersbond.

Volgens cijfers van het CBS kwamen in 2022 291 fietsers om het leven in het verkeer. Dat zijn 84 meer fietsslachtoffers dan 2021, en is het hoogste aantal sinds 2008. Onder deze cijfers vallen ook ongevallen met middelbare scholieren. Bijna 80 procent van de 936.400 middelbare scholieren gaat namelijk op de fiets naar school (DUO, 2022). 

Smalle fietspaden 

Voor het overgrote deel zijn routes naar middelbare scholen niet berekend op die grote stroom fietsende scholieren. Fietspaden zijn vaak te smal. In slechts vier gemeenten (Arnhem, Utrecht, Almere en Eindhoven) en provincie Noord-Holland gaat het redelijk goed. “De helft van de drukke schoolfietspaden moet minimaal een halve meter breder worden. En waar scholieren fietsen, fietst natuurlijk iedereen. Zo neemt voor alle fietsers de veiligheid toe bij een betere infrastructuur," aldus Esther van Garderen, directeur Fietsersbond.

Onveilige infrastructuur 

Waar fietsers de weg delen met verkeer dat 50 km/u of harder mag rijden, is de kans op een ongeval voor een scholier aanzienlijk hoger blijkt uit eerder onderzoek van Sweco. Toch rijdt een middelbare scholier gemiddeld een kwart van de afstand naar school (één kilometer van de gemiddeld ruim vier kilometer) over relatief onveilige infrastructuur. Middelbare scholieren in de provincie Limburg fietsen verhoudingsgewijs het meest op onveilige infrastructuur. Ook in de provincies Zeeland, Overijssel en Friesland fietsen middelbare scholieren een groter deel dan gemiddeld over 60 km/u wegen.

Oversteekplaatsen 

Volgens de richtlijnen van het CROW liggen oversteekplaatsen van een 80 km/u-weg vanwege de verkeersveiligheid liefst bij een kruispunt. In 95 procent van de gevallen is dat inderdaad zo. Maar op 142 oversteekplekken in het land ontbreekt zo’n kruispunt. Bij 14 van deze relatief gevaarlijke oversteekplaatsen gaat het om drukke fietsroutes waar elke dag meer dan 150 middelbare scholieren fietsen.

Verharding fietspaden 

Ook de verharding van de fietspaden is onderzocht. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gesloten verharding (asfalt of beton), open verharding (gebakken klinkers, betonstraatstenen of tegels) en onverharde wegen. 19 procent van de drukke fietspaden heeft nog zo'n open verharding en wordt idealiter geasfalteerd. 

Sinds het eerste onderzoek in 2020 hebben wegbeheerders ongeveer 420 kilometer aan fietspaden naar middelbare scholen verbreed, waarvan 125 kilometer drukke fietsroutes. Het overgrote deel van de 23.500 kilometer aan fietspaden bleef echter onveranderd. In diezelfde periode hebben wegbeheerders ook 450 kilometer aan nieuwe fietspaden aangelegd, waarvan 80 kilometer drukke fietsroutes.

Investering 

Om fietspaden veilig(er) te maken, is een investering nodig tot in totaal 1,7 miljard euro. Hiervoor kunnen wegbeheerders fietsroutes verbreden, nieuwe fietspaden en/of fietsoversteken aanleggen. “De investeringen per gemeente of provincie verschillen, maar overal geldt dat meer mensen gaan fietsen en er veel meer soorten fietsen zijn zoals brede bakfietsen en fast bikes. Dat heeft gevolgen voor de inrichting van ons fietsnetwerk. Om de veiligheid van scholieren te verbeteren, pleiten wij ervoor dat gemeentebesturen kijken naar de noodzaak van investeren in de lokale fietsinfrastructuur. Die investeringen zijn met de huidige stikstofproblematiek wél mogelijk”, aldus voorzitter Arno Visser van Bouwend Nederland.

Bouwend Nederland pleit voor een jaarlijks extra budget van 5 miljard euro voor de totale vervangings- en renovatieopgave van de Nederlandse infrastructuur.

Goede voorlichting voor leerlingen en ouders 

Veilig Verkeer Nederland (VVN) sluit zich aan bij de oproep van de Fietsersbond en Bouwend Nederland. "Om leerlingen goed voor te bereiden op de schoolroute en de risicovolle verkeerssituaties waarmee zij onderweg te maken krijgen, richt VVN zich op goede voorlichting voor leerlingen en ouders. Ook bieden wij speciale verkeerslessen op school aan voor leerlingen in groep acht”, aldus woordvoerder Rob Stom

Door: Nationale Onderwijsgids
Beeld: Rubben Schipper Fotografie