Het Maerlant-Lyceum in Den Haag gebruikt ict voor onderwijsvernieuwing

Het Maerlant-Lyceum (havo-vwo) in Den Haag zet ict in om onderwijsvernieuwing door te voeren. Formatief handelen, ofwel leerlingen zelf verantwoordelijkheid geven voor hun eigen leerproces, komt tot uiting in methodes als peer feedback en tools als Leerlingbespreking.nl, De Verbonden School en Qompas. “Ik merk dat dit soort platforms heel goed aansluiten bij de belevingswereld van onze leerlingen”, zegt rector Rebecca van den Berg. Ze geeft leraren als Marieke Elske Prins, die pleitte voor de inzet van PeerScholar, dan ook volop de ruimte om te experimenteren. Dat meldt Kennisnet. 

Toen rector Rebecca van den Berg (destijds nog conrector) het verhaal over peer feedback hoorde van een van haar docenten die daar tijdens een studiedag enthousiast over was geworden, wist ze meteen dat het iets voor haar school was. “Leerlingen feedback leren geven en ontvangen hoort erg bij ons onderwijsproces. Vandaar dat we anderhalf jaar geleden ook zijn begonnen met Leerlingbespreking.nl, een tool om de voortgang van leerlingen te monitoren. Een jaar na onze studiedag hebben we nog een bijeenkomst gehad over de tool PeerScholar om te horen wat daar allemaal mee kon. Als je eigen verantwoordelijkheid van leerlingen combineert met ict als middel, dan heb je iets moois in handen. Dat is iets waar we ons als school in willen ontwikkelen.”

Eigenaarschap kweken bij leerlingen 

De enthousiasteling in het schoolteam was Marieke Elske Prins, docente geschiedenis en maatschappijleer en coördinator NPO. Samen met sectiegenoot Michiel van der Heide, die het concept De Verbonden School in de markt zette, waren zij de voorlopers op het gebied van het inzetten van de tool PeerScholar in hun lessen. “Eigenaarschap kweken bij leerlingen, vinden wij belangrijk”, vertelt Prins. “Sommige leerlingen zijn steeds moeilijker te motiveren, maar je wilt ze straks wel als zelfstandige burgers de maatschappij insturen. Ik was al bezig met peer feedback voordat ik die studiedag bezocht. Dat was nog papierwerk uitwisselen. Ik dacht: dat moet makkelijker kunnen.” 

PeerScholar 

Prins wist dat ze had gevonden wat ze zocht toen ze Bob Hofman, Learning Innovator & Consultant bij ICT&E, over PeerScholar hoorde praten. “Ik wilde het gebruiken om leerlingen aan een mediadossier te laten werken in het kader van mediawijsheid. Daarvoor had ik een opdracht gemaakt. Toen ik dit aan mijn collega’s in de sectie liet zien, werden zij ook enthousiast. De directie kocht een licentie voor de hele school, want het sloot mooi aan bij de ambitie die we in het schoolplan hebben staan om leerlingen meer regie over hun werk te geven en leerlingen beter te begeleiden door meer aandacht voor feedback.” Van der Heide vult aan: “De vaardigheid waar het om draait is zelfregulatie. Dus hoe ga ik mezelf motiveren? Hoe ga ik een afspraak met mezelf maken? Hoe ga ik mezelf belonen als het lukt om die stappen te zetten?” 

Prins was al bezig om leerlingen meer te betrekken bij hun eigen onderwijsproces. “Leerlingen vragen vaak: waarom is dit goed of waarom is dit fout? Wij zijn erg van het goede benadrukken, wat doe je goed en wat kun je nog verbeteren? Maar ik ben niet de enige die feedback kan geven, daar zijn ze zelf ook prima toe in staat. Dus waarom zouden ze daar geen punten voor kunnen krijgen? Als ze zelf een presentatie geven en lesstof aan medeleerlingen kunnen uitleggen, beheersen ze de stof misschien nog wel beter dan wanneer ik het enkel vertel. Voor het schrijven van verslagen zocht ik nog een tool. PeerScholar voorziet in die behoefte.” 

Niet alleen individuele opdrachten, maar ook groepsopdrachten 

In eerste instantie bood PeerScholar alleen de mogelijkheid om leerlingen individuele opdrachten te laten uitvoeren. Daarom nam Prins contact op met de Canadese ontwikkelaars van de tool. Want ze wilde leerlingen ook aan groepsopdrachten laten werken en peer review laten toepassen. Driekwart jaar later hadden de ontwikkelaars die functionaliteit op haar verzoek ingebouwd.

Coronacrisis 

De rest van het lerarenteam meenemen in het gebruik van dit soort tools, gaat uiteraard niet van de ene op de andere dag. De coronacrisis heeft bepaalde zaken op het Maerlant-Lyceum in een versnelling gebracht. Prins: “Voor corona hadden wij als docenten al allemaal een eigen laptop, maar we deden er nog weinig mee. Sommige secties werkten al wel met Teams of andere programma’s. Toen de lockdown begon hebben twee collega’s van de schoolleiding de tijd gekregen om een structuur neer te zetten: hoe gaan we communiceren met elkaar, met leerlingen en met ouders? Hoe gaan we de lessen opzetten? Na twee of drie dagen geen lesgeven waren we weer up and running.”

Van der Heide was al bezig met het ontwikkelen van onderwijs bij lesuitval in onder andere kernvakken, basis- en studievaardigheden via instructiefilmpjes voor leerlingen via zijn bedrijf De Verbonden School. Op de school wordt dit ingezet bij lesuitval waardoor het leerproces van leerlingen toch doorgang vindt. Prins: “In coronatijd hebben we ook instructiefilmpjes voor mededocenten gemaakt om beter om te kunnen gaan met digitale middelen. En het ideale was dat onze sectie in die periode eigenlijk al met PeerScholar zou werken, dus wij konden gewoon ons onderwijs geven zoals we het al deden en hoefden alleen de uitlegfilmpjes, waar Michiel al mee bezig was, uit te breiden. En dan kun je je hele repertoire van lesgeven dus ineens ook veranderen.”

Cambridge-examen C1 Advanced 

Een van de collega’s die ze ook snel warm kregen voor hun ideeën over peer feedback was docente Engels Florine Roosken. Zij zet de methode in om vijfdeklassers voor te bereiden op het Cambridge-examen C1 Advanced. “Ze moeten schrijfopdrachten doen en verschillende schrijfstijlen kunnen onderscheiden: essays, reports, proposals, brieven en reviews. Een geïnteresseerde leerling vraagt mij nog wel om feedback, maar de meesten kijken alleen maar naar het cijfer en gooien hun werk daarna in de prullenbak. Maar op het moment dat ze assessed worden door een peer, denken ze: potverdorie, zo had ik het nog niet bekeken, en gaan ze veel beter over hun schrijfwerk nadenken. Daarna moeten ze op basis van die anonieme feedback hun stuk verbeteren. En dan zie je dat ze er dingen uitpikken die ze anders misschien niet hadden gezien.”

Als leerlingen feedback geven waar de ander wat aan heeft, telt dat gedeeltelijk mee voor het uiteindelijke cijfer dat Roosken hen geeft. Uiteraard heeft Roosken de leerlingen wel eerst moeten leren hoe ze goed feedback geven. “In eerste instantie kijken ze heel sterk naar alle spelfouten. Maar het gaat natuurlijk om veel meer: de inhoud. Doe je wat er staat in de opdracht, heb je de juiste schrijfstijl te pakken, hanteer je informeel of formeel taalgebruik? Juist de leerlingen die misschien nog niet zo goed waren in het begin, maar die bereid zijn om te investeren en te leren, die groeien en die worden echt beter.”

Feedback geven 

Roosken laat leerlingen uit verschillende klassen elkaar feedback geven. PeerScholar koppelt willekeurig twee peers aan een leerling, zodat de leerling niet altijd van dezelfde personen feedback krijgt en voor elke schrijfopdracht weer aan een ander wordt gekoppeld. “Dan geef ik daarna anoniem een paar voorbeelden van drie goede en drie minder goede reviews en dan moeten zij de do’s en don’ts eruit halen.” Leerlingen gaan niet snel te ver met feedback geven. “Ik heb nog niet meegemaakt dat iemand echt over de schreef gaat, en anders zeg je daar als docent wat van. Of iemand roept meteen: ‘Mevrouw, moet u kijken wat deze heeft gedaan!’ Dan zeg ik: ‘Nou, dit is dus een voorbeeld van iemand die niet heeft begrepen hoe je feedback geeft.’ Wat wel belangrijk is, is dat iedereen zich aan de deadlines houdt. Want als iemand geen feedback geeft, kan een ander daar de dupe van zijn; die krijgt dan maar van één peer feedback in plaats van twee. Ik zet dan ook elke keer de data in Magister, dus dan hebben ze een bepaalde tijd om de, zoals dat heet, create fase te doorlopen, een periode voor de assess fase en een termijn voor de reflect fase.”

Rector Van den Berg noemt haar school redelijk traditioneel. “Docenten houden van structuur, consequent gedrag en willen ervoor zorgen dat leerlingen het beste uit zichzelf halen. Tegelijkertijd hebben we een heel jonge docentenpopulatie, waardoor de mogelijkheid om te experimenteren met nieuwe werkvormen of met meer verantwoordelijkheid voor leerlingen redelijk makkelijk is.”

Leerlingbegeleiding 

Een van de nieuwe speerpunten van het Maerlant is leerlingbegeleiding. “Op gebied van leerlingbegeleiding zie ik dat de zelfstandigheid van leerlingen ondanks alle initiatieven nog niet voldoende is, maar dat de begeleiding of coaching daarvoor ook uitgebreider moet. Daar krijgen docenten in een mentor- of coachrol dan de ruimte voor. Ict-middelen als PeerScholar, Leerlingbespreking en Qompas helpen heel goed om te bereiken wat we willen. Ook omdat ik vind dat leerlingen zich daar eveneens in moeten ontwikkelen. Ict is geen doel op zich, het is een middel. Ik merk dat dit soort platforms heel goed aansluiten bij de belevingswereld van onze leerlingen die gewend zijn aan een traditionele manier van onderwijs volgen, maar zich wel moeten ontwikkelen om uiteindelijk die maatschappij in te kunnen.”

De leerlingen van het Maerlant leunen volgens Van den Berg iets meer achterover dan degenen die bijvoorbeeld op het Dalton zitten. “Ze wachten iets meer af. Op het moment dat je daar een wat actiever ingesteld platform voor gebruikt, helpt dat. Het is een transitie die we een aantal jaren geleden hebben ingezet. Het is dus klein beginnen en steeds meer collega’s meekrijgen. Dat proces moet je begeleiden en daar werkt ict echt bij.”

Voorlopers de ruimte geven en als schoolleiding goed de vinger aan de pols houden, is het devies van Van den Berg bij het vernieuwen van het onderwijs. “Je kunt er bijvoorbeeld de PDCA-cyclus op loslaten: Wat willen we gaan doen? Op welke manier willen we het doen? Gaat het zoals we willen dat het gaat? Sturen we bij waar nodig? Dat alles moet in een open dialoog. Ik kan wel een heel mooi verhaal vertellen, maar daar worstel ik ook mee. Want ik zie een heleboel mooie initiatieven en wil eigenlijk alles de ruimte geven, dus soms moet je knopen doorhakken die je helemaal niet wilt doorhakken. Dat is voor mij de uitdaging. Met wat we nu aan pakketten hebben, is het goed. Ik ga niet nog eens zes verschillende licenties inkopen. Eerst maar eens stroomlijnen wat we hebben en kijken hoe het zich gaat bestendigen.”

Door: Nationale Onderwijsgids