Kwart van de 18- tot 25-jarigen heeft overgewicht

Van de kinderen en jongeren van 2 tot 25 jaar had 17 procent in 2022 overgewicht. Vooral 18- tot 25-jarigen zijn vaak te zwaar. Een kwart van deze jongeren had overgewicht, waarvan 7 procent ernstig overgewicht (obesitas). Dit meldt het CBS in het kader van de Landelijke Jeugdmonitor op basis van nieuwe cijfers uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor 2022, in samenwerking met het RIVM. 

Het percentage kinderen en jongeren met overgewicht is toegenomen. In 2014 had 15 procent van de 2- tot 25-jarigen overgewicht. De toename is vooral te zien bij 18- tot 25-jarigen: van 21 procent in 2014 naar 25 procent in 2022. Het aandeel jongeren met obesitas is sinds 2014 gelijk gebleven.

Herkomst 

Jongeren met een Nederlandse herkomst hebben het minst vaak overgewicht (15 procent). Bij jongeren met een herkomst buiten Europa komt overgewicht met 24 procent het vaakst voor. Jongens en meisjes hebben ongeveer even vaak overgewicht.

Ouders 

Naast de leeftijd van de jongere speelt ook het opleidingsniveau van de ouders en de vraag of ouders zelf overgewicht hebben een rol bij (ernstig) overgewicht onder jongeren. Zo kwam in 2018/2021 onder 2- tot 12-jarigen met ouders die maximaal een vmbo-opleiding hebben afgerond obesitas drie keer meer voor dan onder kinderen met ouders die hbo of universiteit hebben afgerond. Ook bij kinderen met minstens één ouder met obesitas komt (ernstig) overgewicht vaker voor.

Beweegrichtlijnen 

Bijna de helft van de jongeren van 4 tot 25 jaar voldoet aan de beweegrichtlijnen die zijn opgesteld door de Gezondheidsraad. Kinderen van 4 tot 12 jaar voldoen vaker aan de beweegrichtlijnen dan jongeren van 12 tot 18 jaar (57 tegen 33 procent). Onder 18- tot 25-jarigen voldoet 51 procent aan de richtlijnen.

Jongeren met (ernstig) overgewicht voldoen minder vaak aan de beweegrichtlijnen: 44 procent van de jongeren met overgewicht voldoet aan deze norm en 40 procent van de jongeren met obesitas. Jongeren van 12 tot 18 jaar met overgewicht voldoen het minst vaak aan de richtlijnen (29 procent).

Door: Nationale Onderwijsgids