Normal_geld__biljet__bankbiljet

Vandaag is de oproep voor de tweede subsidieronde van het Actieprogramma Maatschappelijke Diensttijd opengesteld. Net zoals bij de eerste oproep biedt het actieprogramma de mogelijkheid om aan de hand van proeftuinen te experimenteren met de invulling van de maatschappelijke diensttijd voor jongeren. De focus in deze oproep ligt op proeftuinen die zich richten op het bevorderen van sociale cohesie en op proeftuinen die zich richten op een specifieke groep jongeren of sector. Dit meldt ZonMW.

Met maatschappelijke diensttijd leveren jongeren op vrijwillige basis een bijdrage aan de samenleving. Hierbij staat leren centraal. Jongeren leren bij de gekozen projecten nieuwe vaardigheden, maar zeker ook wat ze leuk vinden om te doen. Jongeren die bijvoorbeeld nog niet goed weten wat ze later willen worden, kunnen zo inspiratie opdoen voor hun beroepskeuze.
 
Staatsecretaris Blokhuis wil vanaf zomer 2019 deze maatschappelijke diensttijd voor jongeren invoeren. Doel: de maatschappelijke impact van jongeren verhogen door te investeren in hun inzet en ontwikkeling van hun talenten. Het programma richt zich ook op jongeren die nog niet of nauwelijks maatschappelijk actief zijn. Jongeren geven zelf aan dat de maatschappelijke diensttijd vrijwillig, flexibel en passend moet zijn; ze doen mee om nieuwe skills en ervaringen op te doen.
 
Organisaties met een goed idee kunnen financiële ondersteuning aanvragen. Binnen het actieprogramma wordt in proeftuinen gewerkt aan goede voorbeelden voor de maatschappelijke diensttijd. De proeftuinen moeten landelijk, regionaal of grootstedelijk van omvang zijn. Daarnaast moet in de proeftuin het hele proces van werven, matchen, begeleiden en uitvoeren van de maatschappelijke inzet doorlopen worden. 
 
Per proeftuin kan een subsidie van minimaal 100.000 euro en maximaal 500.000 euro aangevraagd worden. De looptijd van de proeftuin is maximaal 18 maanden. Belangstellenden kunnen tot 21 september een vooraanmeldingsformulier invullen. Meer informatie is te vinden op de website van ZonMW.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids