Alle basisschoolkinderen hebben sinds vrijdag 18 juli zomervakantie. De meeste kinderen hebben daar heel veel zin in, maar dat geldt niet voor een grote groep kinderen uit bijvoorbeeld achterstandswijken. Hun ouders moeten gewoon werken, waardoor zij niet op vakantie gaan. Basisschooldirecteuren maken zich zorgen over de achterstand die deze kinderen in de zomerperiode oplopen. Vooral op sociaal gebied. Dat meldt Nieuwsuur.
Daarom worden er zomerscholen georganiseerd. Het idee van een zomerschool komt uit de Verenigde Staten. Daar duurt de zomervakantie namelijk drie maanden. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de kinderen in deze drie maanden zomervakantie alles wat ze geleerd hebben heel snel weer kwijtraken. Tijdens de zomervakantie wordt de stof namelijk niet herhaald.
Onderwijskundige Thijs Bol gaat ervanuit dat het in Nederland wel meevalt, ook al is er hier geen onderzoek naar gedaan. “Zes weken zomervakantie is relatief kort. Maar kinderen uit armere milieus of met laagopgeleide ouders die niet voorlezen, niet op vakantie kunnen en geen dingen ondernemen, geldt dat risico wel.”
Eenzaamheid
Anna Vreugdehil van Basisschool De Regenboog in Zoetermeer ziet dat sommige leerlingen tijdens de zomervakantie eenzaam zijn. De zomerschool laat kinderen in de ochtend lezen en rekenen. ’s Middags gaan de kinderen sporten of een andere activiteit ondernemen.
Zomerschool
De zomerschool werd populair in Nederland vanwege de coronapandemie. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gaf extra geld vrij om de vertraging die de leerlingen hadden opgelopen in te halen. Basisscholen konden via het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) een zomerprogramma aanbieden aan de leerlingen. Daar kwam ook de zomerschool uit voort.
Aan de zomerschool deelnemen had hetzelfde effect als twee maanden onderwijs. Basisschooldirecteur Vreugdenhil zag toen dat de school heel belangrijk is als mini-samenleving.
Subsidie vanuit de gemeente
De meeste scholen ontvangen subsidies vanuit de gemeente om een zomerschool te kunnen starten. Sommige scholen huren externe partijen in om les te geven, zodat de eigen leraren van hun vakantie kunnen genieten. Gemeenten betalen dit uit het onderwijsachterstandenbudget. Dit is geld dat ze vanuit het Rijk ontvangen voor bijvoorbeeld voorschoolse opvang.
Gekort op het budget
Het ministerie van OCW laat weten dat er vanaf 2026 wordt gekort op het budget. “Specifieke uitkeringen worden overgeheveld naar het Gemeente- of Provinciefonds met een budgetkorting van 10 procent. De gemeentelijke onderwijsachterstandsmiddelen vallen daar ook onder.”
Samen met onderwijsinstellingen roept de Vereniging van Nederlandse Gemeenten het Rijk op om het onderwijs niet kapot te bezuinigen. “Kansengelijkheid is veel breder dan alleen onderwijs. Onderwijs, jeugdbeleid, bestaanszekerheid, wonen en veiligheid komen allemaal samen.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk
