ENSCHEDE - Op 25 mei promoveert Anneke Smits aan de Universiteit Twente met haar proefschrift over e-learning. Kennis over e-learning kent in Nederland geen brede verspreiding. Vaak wordt e-learning dan ook onderschat. Instellingen voor hoger onderwijs zijn vaak geneigd docenten te weinig tijd te geven voor e-learning en worden geconfronteerd met een te grote uitval van studenten.
In haar proefschrift pleit Smits ervoor dat docenten gericht begeleid worden in hun nieuwe rol. Tijdens de discussies met studenten heeft de docent een meer verrijkende en coachende rol . Hij geeft minder sterk leiding aan het totale proces dan hij zou doen als hij fysiek voor de klas stond.
Daarnaast is het belangrijk dat studenten goed weten wat er van hen wordt verwacht. Wanneer de verwachtingen helder zijn, is de kans op uitval minder groot. Zo is e-learning veel socialer dan vaak wordt gedacht. Ook met e-learning moeten studenten veel samenwerken. E-learning is ook niet vrijblijvend, van studenten wordt verwacht dat zij gemiddeld 20 uur per week studeren. Tot slot pleit Smits ook voor een duidelijke structuur van het onderwijs. Het is belangrijk dat de stof wordt opgedeeld in weken. Hierdoor is voor de studenten duidelijk wat ze per week moeten doen.
Smits maakte een ontwerp voor de 'Master Special Educational Needs' van hogeschool Windesheim. De studenttevredenheid en het studierendement van deze e-learning opleiding is nu gelijk aan de reguliere variant. De benodigde ontwerpaanpassingen zijn door Smits zo beschreven dat zij bruikbaar zijn in vergelijkbare contexten in het hoger onderwijs. Het ontwerp heeft geleid tot een effectieve masteropleiding. De gestelde doelen op het vlak van tevredenheid en studierendement werden bereikt.
Anneke Smits is aan Windesheim verbonden als docent, senior consultant en kenniskringlid bij het lectoraat Onderwijszorg en samenwerking binnen de keten.
© Nationale Onderwijsgids / Martijn van Noppen
