Normal_10682

NIJMEGEN - De Radboud Universiteit Nijmegen hoeft de boete van 9.500 euro die de arbeidsinspectie in 2007 oplegde niet te betalen. Dat concludeert de Raad van State.

Een Iraanse student tandheelkunde, die in afwachting was van een verblijfsvergunning, zou in het kader van haar co-schappen arbeid hebben verricht bij het Amphia Ziekenhuis in Breda. Volgens de arbeidsinspectie zou de universiteit daarvoor een tewerkstellingvergunning hebben moeten aanvragen. Maar de Raad van State achtte dat bij nader inzien niet nodig.

Volgens de uitspraak van de Raad van State op 4 april 2012 draagt de co-assistent niet bij tot een grotere productiecapaciteit van het ziekenhuis. De student wordt namelijk niet ingezet ter vervanging van een arts of verpleegkundige. Een student die co-schappen loopt, doet dat onder direct toezicht en verantwoordelijkheid van de behandelend arts.

Bovendien krijgen co-assistenten geen vergoeding van het ziekenhuis, maar het ziekenhuis krijgt een vergoeding van de opleiding voor het begeleiden van de co-schappen. Daarom is er geen sprake van het verrichten van arbeid in de zin van de Wet arbeid vreemdelingen en hoefde er dus geen vergunning te worden aangevraagd.

In dit geval ging het om een drie weken durend co-schap om kennis te maken met kaakchirurgie in een groot algemeen ziekenhuis. De student assisteerde bij het uitvoeren van behandelingen, verrichtte ‘kleine' activiteiten zoals het toedienen van verdovingen en informeerde patiënten over de beoogde behandeling.

Voor de Radboud Universiteit was dit een principiële zaak. De advocaat van de Radboud Universiteit, mr. Den Heeten van Dirkzwager heeft steeds betoogd dat het co-schap volledig is gericht op onderwijs. Co-schappen vormen een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Zonder co-schappen kan een student niet afstuderen.

De uitspraak van de Raad van State, in hoger beroep, is definitief.

© Nationale Onderwijsgids / Martijn van Noppen