Normal_6293

DEN HAAG (ANP) - Gepromoveerden hebben vaker een voltijdbaan dan niet-gepromoveerden. Verder werken ze vaker op een hoger beroepsniveau dan niet-gepromoveerde academici.

Dat blijkt uit maandag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Nederland telde in de periode van 2007-2010 bijna 60.000 gepromoveerden, dat is 6 procent van de ruim 900.000 academici tussen de 15 en 65 jaar.

Van de werkende gepromoveerden heeft meer dan 80 procent een baan op wetenschappelijk niveau, tegenover ruim de helft van de niet-gepromoveerde academici. Gepromoveerden zijn bijvoorbeeld relatief vaker arts, docent of onderzoeker.

Arbeidsdeelname

Ruim negen van de tien gepromoveerden behoren tot de werkzame beroepsbevolking. Hun arbeidsdeelname is daarmee iets hoger dan die van niet-gepromoveerde academici. Zij werken ook vaker voltijds, namelijk 74 tegen 68 procent.

De verschillen hebben voor een deel te maken met het grotere aandeel mannen onder de gepromoveerden. Mannen hebben een hogere arbeidsdeelname dan vrouwen en werken vaker voltijds.

Twee derde van de werkende gepromoveerden heeft een baan in de niet-commerciële dienstverlening, zoals de gezondheidszorg of het hoger onderwijs. Van de niet-gepromoveerde academici werkt bijna de helft in deze sector.

Detailhandel

Een kwart van de gepromoveerden werkt in de commerciële dienstverlening, zoals de detailhandel of de bankensector. Van de overige academici is dat iets meer dan 40 procent.

Ongeveer een derde van de gepromoveerden is afgestudeerd in de gezondheidszorg en sociale dienstverlening.

Bijna een kwart is wiskundige, natuurkundige of informaticus en ongeveer een vijfde heeft een achtergrond in menswetenschappen, sociale wetenschappen of kunst. Bijna 10 procent heeft een technische opleiding.