Open-boektoetsen te makkelijk? Studenten leren er op de lange termijn juist meer van. Dat zegt Marjolein Heijne-Penninga, die op 8 december 2010 promoveert op een onderzoek naar dit onderwerp aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Heijne-Penninga vergeleek open-boektoetsen en gesloten-boektoetsen in een groot onderzoek onder Groningse studenten geneeskunde. Ze ontdekte dat open-boektoetsen de studenten uiteindelijk meer grip geven op de stof, omdat ze hen dwingen om zelf verbanden te leggen.

Als iemand later iets opdiept uit zijn geheugen komen al die verbanden naar boven, en niet alleen dat ene losse feitje. Open-boektoetsen maken kennisverwerving en -gebruik dus efficiënter.

Het effect van open-boektoetsen geldt wel alleen voor de lange termijn. Heijne-Penninga laat zien dat studenten in de eerste drie jaar van hun studie juist beter presteren met ‘stampen' voor gesloten-boektoetsen. Dat komt omdat ze dan het grote plaatje nog niet zien. Pas later valt alles op zijn plek.

Het UMCG is de enige medische universiteit in Nederland die structureel open-boektoetsen afneemt, vanaf het eerste jaar. Heijne-Penninga vindt dat meer universiteiten dit voorbeeld moeten volgen. Er zit zelfs niets anders op, zegt ze. "Er komt steeds meer kennis, je kunt niet verwachten dat een student dat allemaal onthoudt. Dat is ook niet wenselijk, want de kennis verandert voortdurend. Open-boektoetsen zijn de toekomst."

Een andere uitkomst van het onderzoek van Heijne-Penninga is dat open-boektoetsen even moeilijk zijn als gesloten-boektoetsen. Ook is de kwaliteit vergelijkbaar.