Normal_wereldbol_reizen_internationaal235

Demissionair minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker zijn het eens met de Onderwijsraad dat het van groot belang is dat leerlingen die het onderwijs verlaten voldoende internationaal competent zijn. Internationalisering hoort dan ook overal in het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs vorm te krijgen op een onderling samenhangende manier. Dit schrijven Bussemaker en Dekker in een brief aan de Tweede Kamer. Dit meldt Algemene Vereniging Schoolleiders.

De bewindslieden reageren hiermee op het advies Internationaliseren met ambitie van de Onderwijsraad van medio vorig jaar. Bussemaker en Dekker erkennen dat het nodig is om internationalisering structureel in te bedden in het onderwijs. Wel benadrukken ze hierbij dat zij het belangrijk vinden om de integrale benadering van het curriculum te blijven hanteren. Mogelijk kunnen dan bepaalde randvoorwaarden zoals aandacht voor internationalisering bij de lerarenopleidingen, de financiering van het internationaliseringsaanbod en de beschikbaarheid van goed leermateriaal bijgesteld worden. 
 
De subsidieregeling Verankering Internationale Oriëntatie in Scholen (VIOS) financiert met een jaarlijkse 1.8 miljoen euro  de implementatie van internationalisering in zowel het primair als voortgezet onderwijs. Dit geld kan met name worden ingezet voor internationaliserende onderwijsconcepten, zoals vreemde talenonderwijs of tweetalig onderwijs. Komend schooljaar kan ook subsidie aangevraagd worden voor mobiliteit van leerlingen en leraren, schrijven Bussemaker en Dekker.
 
De Onderwijsraad adviseert in Internationaliseren met ambitie om internationalisering stevig te verankeren in het onderwijs. Ook adviseert de raad twee sectoroverstijgende leerlijnen te ontwikkelen, een voor Engels en een voor wereldoriëntatie om de verschillende sectoren beter op elkaar te laten afstemmen. Vooral in het vmbo en het mbo is meer aandacht voor internationalisering nodig.
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids