Normal_bureaucratie_papierwinkel

AMSTERDAM – In Nederland worden slechts incidenteel patenten vercommercialiseerd. Dat schrijft de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Omdat universiteiten de octrooien beheren, loont het voor onderzoekers niet of nauwelijks de moeite om toenadering te zoeken tot de industrie. Er valt voor hen geen financieel voordeel mee te behalen, zo meldt De Ingenieur.

Hoofdeconoom bij de OESO Jens Høj heeft het rapport opgesteld: “In Amerika krijgen universiteiten maar 20 procent van een patent, de rest gaat naar de onderzoeker. Nederland zou dat voorbeeld moeten volgen.”

Annegreeth Lameijer is manager Intellectual Property van de Technische Universiteit (TU) Delft en niet per definitie tegenstander van dat model. Toch is ze het niet helemaal eens met de bewering dat onderzoekers de prikkel ontberen om patenten te commercialiseren.

“Met Twente en Eindhoven hebben wij een model ontwikkeld dat onderzoekers een derde van de opbrengst van een patent geeft, hoewel de universiteit er eigenaar van blijft”, aldus Lameijer. Er kan ook niet gezegd worden dat Nederland een tekort heeft aan uitvinders. In slechts vijf landen in de wereld worden per hoofd van de bevolking meer patenten aangevraagd, zo blijkt uit het rapport van de OESO. Toch blijven verhoudingsgewijs teveel Nederlandse patenten liggen die mogelijk geschikt zouden zijn voor commerciële doeleinden.

Volgens het European Patent Office (EPO) in München geldt deze kwestie voor heel Europa omdat universiteiten hier doorgaans door de staat worden onderhouden.

Het eigendomsrecht van patenten is volgens het European Patent Office (EPO) in München een issue in heel Europa. EPO-woordvoerder Reiner Osterwalder: “In de VS zijn veel universiteiten particulier. Zelfs studenten kunnen daar eigenaar worden van een patent. Er zijn voorbeelden van onderzoekers die op die manier heel rijk zijn geworden.”

© Nationale Onderwijsgids / Martijn van Noppen