Normal_onderwijs_vinger_klas

AMSTERDAM - Pedagogisch-didactische aanpakken gericht op verhoging van schoolse motivatie en het aansluiten bij en verbeteren van meta-cognitieve vaardigheden, denkactiviteiten waarmee het verloop van eigen leer- en denkprocessen wordt georganiseerd, lijken een positief effect te hebben op het verloop van de schoolloopbanen van jongens.

Dit blijkt uit onderzoek dat het Kohnstamm Instituut - in opdracht van het ministerie van OCW - uitvoerde in samenwerking met de afdeling Pedagogiek en Onderwijskunde van de Universiteit van Amsterdam. Scholen waar de schoolloopbanen van jongens bovengemiddeld verlopen (minder zittenblijvers, voortijdig schoolverlaters en ‘afstromers’), blijken voor een pragmatische benadering te kiezen, zonder specifieke aandacht voor sekseverschillen.

Er is de laatste jaren veel aandacht voor het zogenoemde boy problem. Jongens zouden  in de afgelopen decennia een achterstand hebben opgelopen ten opzichte van meisjes wat betreft leerprestaties, deelname aan onderwijstypen en schoolloopbanen. Onderzoekers Irma Heemskerk, Edith van Eck, Els Kuiper en Monique Volman richtten zich op de vraag wat volgens de (inter)nationale literatuur in het onderwijs succesvolle aanpakken zijn voor jongens. Het blijkt dat wordt voortgeborduurd op de aloude ideologische tegenstelling nature-nurture, waardoor suggesties voor succesvolle onderwijsaanpakken soms lijnrecht tegenover elkaar staan.

De onderzoekers keken vervolgens naar scholen (vwo, havo en vmbo-t) waar jongens het relatief goed doen, en of deze positieve resultaten terug zijn te voeren op gerichte pedagogische of didactische aanpakken op die scholen. De onderzochte scholen blijken te kiezen voor een pragmatische benadering, waarin sekseverschillen in het algemeen geen specifieke aandacht krijgen. De terugkerende elementen in de onderwijsopvattingen van de onderzochte scholen zijn: het belang van structuur, regels en duidelijkheid, van een veilig pedagogisch klimaat en persoonlijke aandacht voor leerlingen, en van een goede begeleiding en zorgstructuur voor leerlingen.

De onderzoekers concluderen dat pedagogisch-didactische aanpakken in het onderwijs vooral rekening moeten houden met diversiteit van leerlingen. Jongens stimuleren in hun onderwijsloopbaan vereist een breder perspectief dan het vaststellen van sterke en zwakke kenmerken als onveranderlijke eigenschappen van jongens. Het onderwijs daarop inrichten leidt tot ongewenste beperkingen en stereotyperingen. Denken in groepskenmerken kan wel helpen om meer oog te ontwikkelen voor diversiteit. Het onderwijs draait niet alleen om aansluiten bij leerlingen (jongens én meisjes), maar ook om het verder ontwikkelen van hun capaciteiten.

Het ministerie van OCW gaat scholen in het voortgezet onderwijs helpen om beter om te gaan met de verschillende leerstijlen tussen jongens en meisjes. Een aantal scholen stemt het onderwijs al heel gericht af op de verschillen in de klas. Vanaf volgend jaar moet er een platform komen waar scholen hun ervaringen kunnen delen met het verschil in leerstijl tussen jongens en meisjes.

© Nationale Onderwijsgids / Martijn van Noppen