De scholen in Den Haag maken zich zorgen over de toename van het aantal kinderen in het speciaal onderwijs. Opvallend is daarbij dat deze stijging niet zichtbaar is in de rest van het land. Landelijk gezien is er namelijk sinds 2014 een daling te zien van het aantal kinderen dat speciaal onderwijs volgt. Dit komt door de stimulatie van het Rijk om kinderen met leer- en gedragsproblemen zo veel mogelijk op reguliere basisscholen te houden.

Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden (SPPOH), verantwoordelijk voor de uitvoering van passend onderwijs in Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk, presenteerde de cijfers van de toename en houdt zich momenteel bezig met de vraag hoe die opvallende stijging mogelijk is. Bestuurder Jo Willenborg van onderwijskoepel De Haagse Scholen vermoedt dat de veranderde gewichtenregeling een grote rol speelt. Als gevolg hiervan hebben scholen sinds een aantal jaar circa 30 procent minder geld te besteden voor taalachterstanden. Van deze regeling lijkt dus het grote aantal buitenlandse kinderen dat Den Haag telt de dupe te worden.

Het geldtekort zorgt bovendien voor grotere klassen en minder docenten. Op die manier kan een kind dat speciale aandacht nodig heeft niet voldoende geholpen worden, met als gevolg dat het reguliere onderwijs te moeilijk wordt en doorverwijzing naar een speciale basisschool nodig is. De stijging van het leerlingenaantal op deze scholen is vooral zichtbaar in Haagse achterstandswijken.

De schoolbesturen in de stad maken zich terecht zorgen over de terugval van zorgleerlingen in het reguliere onderwijs. Niet alleen omdat overplaatsing naar het speciaal onderwijs duur is; onderzoek heeft namelijk aangetoond dat deze kinderen beter presteren op een gewone basisschool. Dat komt omdat zij zich willen meten met het gemiddelde van de klas. Op een speciale school krijgen kinderen al snel een stempel opgedrukt en ook dat is niet echt bevorderlijk voor hun leerprestaties. 

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids