Normal_huiswerk__begeleiding__uitleg__studenten__vo__mbo__hbo__docent

Steeds meer jongens moeten na het derde jaar van het voortgezet onderwijs een niveau lager verder. Het aantal meisjes dat naar een lager niveau stroomt, daalt juist. Deskundigen leggen de verantwoordelijkheid bij een combinatie van het schoolsysteem en gedragskenmerken van jongens. Dit meldt het Algemeen Dagblad.

Uit cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) die het AD heeft opgevraagd blijkt dat sinds 2013/2014 een kentering is gekomen in het aantal jongens en meisjes dat na het derde jaar van de middelbare school naar een lager niveau stroomt. Vooral op havo en vwo is dat het geval. Waren er eerst meer meisjes die van vwo naar havo gingen, de laatste jaren gaan er meer jongens op een lager niveau verder. Dit schooljaar gingen er ongeveer 4000 scholieren naar een lager niveau. Verdeeld in geslacht ging 8 procent van de meisjes en 9,6 procent van de jongens van vwo naar havo. 
 
Deskundigen denken dat het groeiende aandeel jongens met name ligt aan het huidige schoolsysteem in combinatie met gedragskenmerken van jongens. Er wordt op een bepaald moment van leerlingen verwacht dat ze zelfstandig kunnen werken en plannen. Dit is voor meisjes meestal geen probleem, maar jongens hebben er meer moeite mee. Dit komt omdat jongens minder snel en onregelmatiger rijpen dan meisjes, zeggen experts. Doordat sommige jongens zelfstandig werken lastig vinden, gaat hun schoolwerk achteruit. Jongens worden over het algemeen sneller gedemotiveerd door slechte cijfers dan meisjes. Ze denken dat ze het toch niet goed doen en gooien er vervolgens met de pet naar. Als leraren dit niet onderkennen, dan eindigt zo’n jongen sneller op een lager niveau. En dat zou doodzonde zijn, vindt Louis Tavecchio, oud-hoogleraar pedagogiek. “Het ligt absoluut niet aan hun intelligentie. Zo gaat talent verloren.” 
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids