Leerlingendaling verwacht op middelbare scholen

De Algemene Onderwijsbond (AOb) heeft berekend dat het aantal scholieren op de middelbare school in de komende jaren flink zal gaan afnemen. Het aantal geboren kinderen neemt overal in het land af, met uitzondering van enkele gemeenten. Daarnaast proberen ouders steeds vaker en intensiever hun kinderen op een zo hoog mogelijk niveau naar school te laten gaan. Dit meldt Trouw.

De vmbo-scholen zullen de afname het sterkst gaan voelen, en dan met name de kaderberoepsgerichte en basisberoepsgerichte leerwegen. Verwacht wordt dat er over drie jaar al 18 procent minder derde- en vierdeklassers zullen zijn dan nu, en over 10 jaar is dit percentage al toegenomen tot 28 procent.

Doordat de ouders heviger vechten om hun kinderen op een zo hoog mogelijk niveau naar school te laten gaan, zal het aantal leerlingen op de havo en het vwo iets toenemen de komende jaren. Echter zullen deze leerwegen ook een afname in het aantal leerlingen gaan kennen. Een afname van het aantal leerlingen betekent ook dat scholen minder geld krijgen van het ministerie van onderwijs. Een woordvoerder van de VO-raad noemt de verwachte leerlingendaling ‘een van de grootste issues’ in het voortgezet onderwijs.

Toch kent de verwachte afname van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs ook potentiële voordelen. Er kan beredeneerd worden dat een leerlingendaling zorgt voor een verlaging van de werkdruk. Minder leerlingen betekent dat docenten meer tijd kunnen besteden aan elke leerling en bovendien dat ze minder uren voor de klas hoeven te staan, waardoor er meer tijd is voor de voorbereiding van de lessen. Voorwaarde is wel dat het ministerie niet meteen minder geld aan scholen geeft omdat er minder leerlingen zijn, zo bedenkt het AOb.

Middelbare scholen moeten er rekening mee houden dat ze, ondanks de leerlingendaling, genoeg leraren overhouden voor wanneer een grote groep vijftigplussers met pensioen gaat. “De geschiedenis is zich een beetje aan het herhalen”, zegt Ben Hoogenboom, vicevoorzitter van de AOb . Het zijn volgens hem vooral de startende leerkrachten die nu moeite hebben om werk te vinden. “Daar ging het een paar jaar terug ook mis in het primair onderwijs. Inmiddels kennen we daar een enorm en snel oplopend lerarentekort. VO-instellingen moeten leren van die fout.”

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids