De Tweede Kamer heeft vragen over het aangekondigde vertrek van Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) uit Enschede. De Stichting zal op termijn van Utrecht het hoofdkwartier maken. Het onderwijsexpertisecentrum is juist ooit in Enschede gevestigd voor een betere spreiding van door de overheid gefinancierde werkgelegenheid. CDA en PvdA willen dat minister Bussemaker van Onderwijs in gesprek gaat met de directie. Dit meldt Tubantia.
In 1976 heeft de toenmalige ministerie van Onderwijs besloten dat het expertisecentrum in Enschede te vestigen in het kader van spreiding van haar diensten. De directeur van de SLO, Jan van den Akker, kondigde eerder dit jaar aan dat het hoofdkantoor over twee jaar verhuist naar Utrecht. In het hoofdkantoor worden leermethoden voor het voortgezet onderwijs ontwikkeld. Met de verhuizing zou Enschede een dependance worden, maar Van den Akker heeft bekend gemaakt dat de vestiging in Enschede op termijn wordt gesloten.
Tweede Kamerleden en lokale politici hebben vragen over de verhuizing van het hoofdkantoor. Albert de Vries en Keklik Yücel van het PvdA willen weten waarom de toenmalige argumenten voor de vestiging in Enschede nu niet meer zouden gelden. Ook willen ze van Bussemaker weten hoeveel banen er op het spel staan als het kantoor verhuist. Nu werken er zo'n 120 mensen bij de SLO. CDA-Kamerlid Michel Rog wil dat Bussemaker de directie van het expertisecentrum vraagt om het vertrek uit Enschede te bezien.
Eerder werd al bekend dat de CDA-fractie vragen over het vertrek had gesteld aan het college van Burgemeester enWethouders. “Vertrek van de SLO betekent niet alleen dat je inhoudelijke medewerkers kwijtraakt, maar ook het administratieve en ondersteunende personeel. Weer meer mensen in de kaartenbak en bovendien weer een leegstaand kantoorgebouw”, aldus fractievoorzitter Ayver Koç.
© Nationale Onderwijsgids
