Toegenomen inzet op Bèta- en techniekwetenschap werpt zijn vruchten af

Toegenomen aandacht en investeringen voor Bèta- en techniekwetenschap lijken hun vruchten af te werpen. Zo stegen studentenaantallen en het aantal fte wetenschappelijk personeel. Het aandeel vrouwen binnen de Bèta- en technieksector is nog steeds laag. En het aandeel publicaties daalt ten opzichte van de referentielanden door de sterke stijging van Chinese publicaties. Dat blijkt uit de factsheet Bèta- en techniekwetenschap in beweging, die het Rathenau Instituut vandaag publiceert.

De afgelopen jaren is het universitair wetenschappelijk personeel bij het domein Bèta en techniek sterk gestegen. Vanaf 2019 is er een sterkere stijging dan de jaren ervoor. Het wetenschappelijk personeel stijgt dan met 6 procent ten opzichte van 2018 en in 2020 met 9 procent ten opzichte van 2019 (van 13.939 naar 15.214 fte). De personeelsgroei bij de universiteiten is waarschijnlijk het gevolg van extra investeringen, die deels zijn ingezet door de stijging in studentenaantallen bij Bèta en techniek. Het aantal Bèta- en techniekstudenten steeg tussen 2013 en 2020 redelijk gelijkmatig en in totaal met 50 procent (van 64.470 naar 96.808 studenten). Het wetenschappelijk personeel steeg in diezelfde periode met 30 procent (van 11.704 naar 15.214 fte), waarbij het zwaartepunt van de stijging in de meest recente jaren ligt.

Vrouwen

Het aandeel vrouwen in Bèta en techniek bij universiteiten is laag. Van de hoogleraren in Bèta en techniek is bijvoorbeeld 18 procent vrouw in 2020, tegenover 31 procent bij Alfa en gamma en 28 procent bij de umc's. Van de Bèta- en techniekpromovendi in dienst is 37 procent vrouw, tegenover 60 procent bij Alfa en gamma en 64 procent bij de umc’s. Bij zowel het Alfa en gamma- als het Bèta- en techniekdomein is in alle functies door de jaren heen wel een duidelijke stijging van het aandeel vrouwen te zien. Dat er weinig vrouwen werkzaam zijn in Bèta en techniek, komt deels doordat een laag aandeel vrouwen Bèta- en techniekopleidingen volgt.

Referentielanden 

In 2017-2020 produceerde Nederland gemiddeld meer dan 20.000 publicaties per jaar op het gebied van Bèta en techniek. Het aantal publicaties in Bèta en techniek nam tussen 2001-2004 en 2017-2020 toe met 99 procent (van 43.330 naar 86.122 publicaties). Ondanks deze flinke stijging, neemt het aandeel Bèta- en techniekpublicaties ten opzichte van een groep referentielanden af. Deze teruggang komt onder andere door de snelle opkomst van China. China publiceerde in 2017-2020 812 procent meer dan in de periode 2001-2004.

De inzet op Bèta en techniek is stevig: er is het Techniekpact, het sectorplan Bèta en Techniek en de middelen volgend op het advies van de commissie van Rijn. ‘Er is geen causaal verband te leggen tussen die inzet en de resultaten van ons onderzoek’, zegt onderzoekscoördinator Alexandra Vennekens van het Rathenau Instituut. "Wel is er op veel punten een stijging te zien en behoort de Nederlandse Bèta- en techniekwetenschap nog steeds tot de wereldtop."

Door: Nationale Onderwijsgids