Gezonde basisscholen hebben tijdgeest mee, maar moeten ook op lange termijn prioriteit zijn

Het ene kind krijgt speltbrood mee voor de lunch, het andere een koude pizzapunt. Aan deze gezondheidsverschillen moet snel iets gebeuren. Dat laat het Limburgse project ‘De Gezonde Basisschool van de Toekomst’ zien. Wat zijn de resultaten na vier jaar? En hoe ziet het vervolg van het traject eruit? We spreken Marc Hendriks, basisschooldirecteur en kwartiermaker van het project, en onderzoeker Onno van Schayck. “De interesse uit Den Haag is groot.”

Zo’n 13 procent van de kinderen heeft overgewicht, volgens cijfers van het CBS. In Zuid-Limburg is dit probleem nog groter. Hoog tijd om actie te ondernemen, vonden de Provinciale Staten van Limburg zeven jaar geleden. Samen met onder andere onderwijsstichting Movare, de GGD Zuid-Limburg en Universiteit Maastricht begonnen ze ‘De Gezonde Basisschool van de Toekomst.’ 
 

Veelbelovende resultaten

Vier jaar lang vergeleken wetenschappers ruim 2.200 kinderen van vier projectscholen en vier reguliere scholen. Op twee ‘gezonde’ basisscholen werd een verlengd dagprogramma aangeboden met sport, cultuur en een gezond lunchbuffet. Op twee basisscholen werd alleen meer aandacht besteed aan beweging. Daarnaast volgden de onderzoekers vier reguliere Limburgse basisscholen, zonder interventie. Het project was zo’n succes dat het een doorstart krijgt. 
 
Hoogleraar preventieve geneeskunde Onno van Schayck was nauw betrokken bij het onderzoek. “Ik had niet durven dromen dat het zo zou uitpakken. Op de gezonde scholen bleven kinderen in de gezonde gewichtsklasse, terwijl de buikomvang van kinderen op de reguliere scholen wel toenam.” En buikvet is een belangrijke voorspeller van bijvoorbeeld diabetes en hart- en vaatziekten. 
 
Ook bewogen kinderen op de gezonde basisscholen meer: op school en in hun vrije tijd. Dat bleek uit de beweegmeters die ze meekregen. 
 

Minder pestgedrag 

De onderzoekers interviewden leerkrachten, ouders en kinderen zelf. Van Schayck: “Leerkrachten zagen de kinderen floreren. Ze zaten beter in hun vel, waren enthousiaster over school en konden zich beter concentreren.” Ouders werden gemotiveerd door het gezondere gedrag van hun kinderen. “Er vond een soort omgekeerde opvoeding plaats.” Een ander bijeffect: het pestgedrag nam af en de sfeer in de klas verbeterde. 
 
Toch waren veel ouders aanvankelijk sceptisch. Hoezo bepaalt de school wat mijn kind eet? “Een logische reactie”, vindt Hendriks. “Daarom hebben we ouders vanaf het begin bij onze beslissingen betrokken. En uitgenodigd eens mee te lunchen. We wilden niet belerend overkomen.” Zo ontstond meer draagvlak. “Nu vragen sommige ouders ons zelfs: Wat voor melk serveren jullie? Mijn kind vindt die zo lekker.”  
 

Landelijke uitrol

Andere basisscholen staan in de rij om deel te nemen, weet Hendriks. Als kwartiermaker maakt hij andere scholen en gemeentes warm voor het project. “We streven ernaar in 2023 minimaal 30 scholen in Limburg mee te laten doen.” De betrokken partijen hebben een stichting opgericht die het project verder moet uitrollen. En er wordt een vervolgtraject gestart in samenwerking met Universiteit Hasselt (België). 
 
Ook in Den Haag zijn de positieve resultaten van het project inmiddels bekend. Zo werd Van Schayck onlangs door de Eerste en Tweede Kamerfracties van de VVD uitgenodigd om het onderzoek toe te lichten. “Het is leuk om te merken dat ook een partij als de VVD het belang van preventie nu erkent. Een paar jaar geleden was de houding in de politiek toch meer: mensen luisteren niet. Terwijl we uit onderzoek weten dat informatie over gezondheid veel mensen niet bereikt. Of dat ze het niet begrijpen. Daarom was er een andere benaderingswijze nodig. En onderwijs krijgt iedereen.”
 

Politici op bezoek

In bijna alle partijprogramma’s kwam het onderwerp gezondheidspreventie aan bod, op SGP en PVV na. “D66 noemde een gezonde basisschoollunch als enige expliciet”, vertelt Hendriks, “maar we hebben veel enthousiaste politici op bezoek gehad. Lilianne Ploumen, Arie Slob, Sander Dekker. De interesse is groot.”
 
Ook staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) is enthousiast over een landelijke uitrol van de gezonde basisschoollunches. “Hij vroeg ons samen met het RIVM een verkenningsrapportage voor de Tweede Kamer te schrijven”, zegt Van Schayck. “Daaruit kwam dat ons project veel van de ambities voor jongeren uit het Nationale Preventieakkoord dekt. Denk aan gewichtsvermindering en het aanpakken van sociale ongelijkheid.”
 
De Gezonde Basisschool van de Toekomst heeft de tijdgeest mee. Niet alleen is sociale ongelijkheid een hot topic, ook de coronacrisis heeft het belang van een goede gezondheid eens te meer onderstreept. Hendriks: “Door het vele thuiszitten zijn kinderen nog meer aangekomen. Ze sporten minder en eten meer.” 
 

Financiële bijdrage

Hoe zit het eigenlijk met de kosten van het project? “Per leerling kost het ongeveer 4,50 euro per dag”, vertelt Hendriks. “De lunch bedraagt zo’n 2,40 euro. Daarnaast moeten de extra professionals betaald worden. We vragen ouders om een bijdrage van 1,75 euro per dag. Dat verschilt niet zoveel van het bedrag dat ze normaal ook kwijt zijn aan boodschappen voor de lunch.”
 
Toch ligt dat bedrag voor sommige ouders alsnog te hoog. Zij kunnen bij de gemeente terecht voor een tegemoetkoming. “We hebben de gemeente gevraagd niet allerlei controledrempels op te werpen. Maar een open gesprek te voeren met de ouders. Wat kunnen ze wel bijdragen? Want het is enorm belangrijk dat alle kinderen mee kunnen doen. De kracht van het project zit juist in de sociale gelijkheid.” 
 
De rest van de kosten wordt betaald vanuit subsidies en met hulp van private partijen. Uiteindelijk hopen de initiatiefnemers dat de landelijke overheid kosten kan overnemen. In eerste instantie vooral voor wijken waar veel mensen uit een lagere sociaaleconomische klasse wonen. 
 

Zorgkosten besparen

Op de lange termijn kan het project juist veel zorgkosten besparen. Dat blijkt uit de doorrekening die Van Schayck samen met het RIVM heeft gemaakt. “We kunnen veel gezonde levensjaren winnen”, stelt hij. “Hoe jonger je een gezonde leefstijl aanleert, hoe meer effect op het latere leven. Daar heeft de hele maatschappij baat bij.”
 
Ook Hendriks benadrukt het belang van een lange termijnvisie. “Het is fijn dat de overheid eindelijk een rol neemt in gezondheidspreventie. Maar ik hoop dat het kabinet ook verder durft te kijken dan vier jaar. En investeringen voor de toekomst toezegt. Als we een gezonde generatie willen, is dat hard nodig.”
 
Door: Nationale Onderwijsgids / Bente Schreurs